Ernstige stress en veiligheid

Geen ruimte voor rood/witte linten
Geen ruimte voor rood/witte linten

Ernstige stress zorgt voor blokkades in het hoofd. Er gebeurt niet meer precies wat nodig is. “Ik was er niet helemaal bij”, hoor je dan. Daar is niet veel over gepubliceerd. Er wordt veel aandacht besteed aan werkstress en psychosociale arbeidsbelasting (PSA). En over de gevolgen daarvan voor arbeid en de kans op uitval. En over wat er mis kan gaan; de burn-outs en de PTSS. Maar niet over “een volle kop” of “ik had wat anders aan m’n hoofd”. 

Vanochtend vertelde ik aan een kennis dat ik bezig ben met dit artikel. Een verhaal over veiligheid en stress. “Ik weet gelijk wat je bedoelt”, zei ze. “Een piekerhoofd noem ik dat. Geen plek meer in je hoofd voor andere zaken. Toen mijn kind was opgenomen met ernstige psychische problemen, vergat ik thuis het gas uit te zetten en op het werk vergat ik de telefoon door te verbinden”. 

Het is juli 1991. Mijn vrouw ligt in het Antonie van Leeuwenhoek ziekenhuis. De prognose is onzeker. Ik ga er elke avond naar toe. 60 kilometer - heen en terug. Onze jongens zijn 5 en 2. Na een paar weken valt er drie keer een brief op de mat. Drie snelheidsovertredingen in 6 dagen. De aanhouding voor gevaarlijk rijgedrag wordt later ook een boete. Kennelijk had ik even wat anders aan m’n hoofd.

Verdriet of boosheid speelt een rol

Er is een verzekeraar die de belangrijkste afleidingen waardoor ongelukken veroorzaakt worden op een rijtje heeft gezet. Daar wordt rechtstreeks benoemd dat het wel degelijk een rol speelt als je heel verdrietig bent over privé omstandigheden of heel boos. Genoemde oorzaak staat op plaats zeven van de tien. Als bron is een onderzoek gebruikt uit 2005. Dit onderzoek eindigt met de vaststelling dat er nog zeer weinig bekend is over de precieze toedracht en effecten van concentratieproblemen. Dat is niet veranderd. Er is weinig nieuw onderzoek toegevoegd. Het onderzoek was vooral gericht op de invloed op het rijden. Ik zou dit willen uitbreiden naar alle complexe taken. Of het nu autorijden is of uitbenen of skiën. Onderzoek naar de gevolgen van “ik was helemaal de weg kwijt” of “ik kon nergens anders meer aan denken”. 

Stress of alertheid

Het is algemeen bekend dat we wel wat stress kunnen gebruiken wanneer er gepresteerd moet worden. Althans dat is de aanname. Klopt het wel dat we dat stress noemen? Is uitdaging of alertheid niet veel passender?  Als we stress alleen zouden gebruiken voor negatieve reacties, maakt het de uitdaging positief.  En als we dan de spanning er omheen eens gewoon benoemen en duiden; zal het dan niet rustiger worden in het hoofd. En wordt het verschijnsel dat we nu stress noemen dan misschien wat genormaliseerd en daardoor minder bedreigend? “Het was een van de spannendste dingen ooit maar ik had er wel zin in om op te treden” of “het valt niet mee maar als die operatie lukt, heb ik gelukkig weer wat tijd gewonnen”. 

Bang voor ongelukken

Ik ben in gesprek met Hugo. Over zijn scheiding, over de kinderen of eigenlijk juist niet, en zijn lichamelijke klachten. Hij is kwaad op iedereen. Op z’n ex, op de rechtbank, het UWV, de chirurg, z’n baas, de buren en nog net niet op mij. Verdriet en boosheid strijden om voorrang. Met betraande ogen tikt hij met z’n wijsvinger op tafel: “als ze maar niet denken dat….”.  Enigszins gerustgesteld en iets minder aangedaan maakt hij aanstalten om te vertrekken. Ik vraag hem of hij rechtstreeks naar huis gaat. “Nee man, ik begin om drie uur; ik heb avonddienst tot elf uur. Ik zit op de heftruck. Ik zie er elke keer vreselijk tegen op. Met die knie gaat nog wel maar ik ben bang dat ik ongelukken maak. Ik zit te zweten op dat ding. Dat heb ik al weken”. Ik vraag hem weer te gaan zitten en leg hem uit dat ik het niet goed vind dat hij dit werk nu gaat doen. Ik bel zijn baas. Deze klinkt verbaasd en een beetje geïrriteerd. “Niets van gemerkt”.  “Gelukkig maar, anders was het te laat”, denk ik hardop.

Van werkstress, PSA, een slechte werksfeer of DIAP (discriminatie, intimidatie, agressie en pesten) weten we dat ze ook in het hoofd gaan zitten. Gelukkig is daar wel meer aandacht voor de laatste jaren, onder andere door de overheidscampagne tegen ongewenst gedrag op de werkvloer. Maar uit onderzoek blijkt dat er ook door “verborgen leed” een verhoogd risico is op ongevallen in het verkeer, thuis en op de werkvloer. En dat dit vooral komt door acute problemen, omstandigheden in de privésfeer, negatieve life-events, schulden en PTSS na traumatisch gebeurtenissen. Maar ook door successen; letterlijk in de wolken zijn. Of als gevolg van corona waarbij bij Long Covid regelmatig gesproken wordt over brainfog. Dat je er, door wat voor omstandigheden dan ook, even helemaal niet bij was. Het is een belangrijk verschil of het gaat om een eenmalige gebeurtenis die zeer veel impact heeft of om chronische stress wat hetzelfde effect kan hebben. “Probeer rustig te blijven”,  helpt vaak niet. “Vermijd stressvolle omstandigheden” kan een kortdurend effect hebben. Maar is autorijden stressvol? Dat ligt aan meerdere factoren. Het hangt af van de bestuurder, van de route,  van de omstandigheden (haast, drukte). Bij eenmalige stressvolle gebeurtenissen zijn er misschien mogelijkheden om de activiteit even uit te stellen. Kun je iemand vragen die je wil brengen? Kan het werk even wachten tot de rust in het hoofd is weergekeerd? Maar dan moet je het wel door hebben. Het kenmerkende is dat het bijna ongemerkt optreedt: “Ben ik hier al? Ik heb het helemaal niet doorgehad waar is was”. 

Therapie bij chronische stress

Bij chronische stress gaat het al veel meer de kant uit van therapie. EMDR werkt vaak goed bij PTSS. Chronische stress werkt verlammend op ons vermogen problemen op te lossen en doelgericht te werken. Dat is een van de belangrijkste uitgangspunten van Mobility Mentoring®: een brede coaching aanpak van social work organisatie Economic Mobility Pathways (EMPath) uit Boston, op basis van inzichten uit de (hersen)wetenschap. Deze methode wordt momenteel veel ingezet bij mensen met schuldenproblematiek. De bestaansonzekerheid door schulden, geen werk, slechte gezondheid, problemen in de relatie. Allemaal factoren die elkaar versterken.  De invloed hiervan op je hersenen is wetenschappelijk onderzocht. Een aantal functies werken niet goed meer, zoals plannen, impulscontrole en het aanpassen op onze omgeving. Als dat hoofd maar weer leeg raakt; zodat er weer oog is voor de omgeving, de prikkels van buitenaf, de do's and don'ts in het sociaal verkeer en gepaste alertheid bij een specifieke situatie.

Automatisme

Het is september 2007. Ik weet het nog goed. Mijn buurvouw belde mij op m’n mobiel. Van schrik maakte ik een erg slordige stop wat veel getoeter achter mij opleverde. “Marian is van de trap gevallen op haar hoofd en met de ambulance onderweg naar het Rode Kruisziekenhuis”. Ik was er op dat moment 15 minuten vandaan. Ik keerde, wat kantje boord goed ging, omdat ik voor mij wel goed had gekeken maar achter was vergeten. Veel te hard reed ik terug: een tweebaansweg weg langs het water terwijl ik per mobiel mijn zoon informeerde. Later weet ik me niets van die 15 minuten te herinneren. Op automatisme en ervaring heb ik het toen gehaald. Zeker niet door concentratie en alertheid. 

Ook in de RI&E

Bij wie kan ik dit verhaal kwijt? Wie gaat er iets mee doen? Ik denk eerlijk gezegd dat er diverse partijen zijn die dit op kunnen pakken. Daarbij valt te denken aan leidinggevenden, directies, adviseurs, arbeidsdeskundigen, bedrijfsartsen. Maar allereerst denk ik aan veiligheidskundigen en aan preventiemedewerkers. Neem het mee in de RI&E. Ongeacht de aard van het werk zou het in iedere RI&E opgenomen kunnen worden. Het is er namelijk altijd en overal: als risico.

Analyse: Het zit wel goed met het veiligheidsbewustzijn bij bedrijven en overheden. Bij werkzaamheden verschijnen er rood/witte linten, veiligheidsmannen, stoplichten, verbodsborden, signalering boven de weg en rijdende afzettingen met een pijlbord. Files worden tegenwoordig vaak al van te voren aangeduid. Allemaal goed doordacht en duidelijk aangegeven. Maar wat nu als je er niet bij bent met je hoofd omdat er zich daar iets heel anders afspeelt. Wat als de stress tijdelijk of langdurig zo groot is dat er zelfs sprake is van hersenafwijkingen. Dan dringt de aanwezigheid van alle genoemde signalen helemaal niet door. Of de impact ervan is juist averechts. Het irriteert, maakt recalcitrant, roept agressie op. Regelmatig valt te lezen dat iemand door een afzetting is gereden of achter op een file of een rood kruis over het hoofd heeft gezien. Een werkgever of veiligheidskundige of overheidsadviseur kunnen nog zo serieus beleid maken: als psychische problemen niet gesignaleerd worden, blijft een medewerker of een weggebruiker in een dergelijke situatie een gevaar voor zijn eigen- en andermans veiligheid. Ik heb geen eensluidende oplossing. Wel weet ik zeker dat we hier nog veel aan kunnen doen door het eenvoudig weg te benoemen. Door “het erover te hebben”. “Hoe gaat het met u?”’ of: “bent u er nog een beetje bij?”. Wat betreft de tekst op borden en in artikelen bij campagnes zijn er vast genoeg deskundigen die daar mee uit de voeten kunnen. Zowel in bedrijven als op de openbare weg. Preventiemedewerkers laat u horen! Voor mij is één ding wel duidelijk: er is lang niet altijd genoeg ruimte in het hoofd.  

Epiloog: Ik hoor veel deskundigen nu zeggen. “Maar we kunnen toch niet alles voor zijn?” Dat klopt maar je moet er wel alles aan gedaan hebben! En dan zijn alleen “rood/witte linten” niet voldoende.

Zoekwoorden
stress

Psychosociale arbeidsbelasting