Meer alledaagse klachten na kanker
Mensen die zijn behandeld voor kanker gaan vaker naar de huisarts voor alledaagse klachten zoals rugpijn, buikpijn of infecties dan de algemene bevolking. Het aantal contacten vanwege chronische ziekten en psychosociale problemen is slechts licht hoger, zo blijkt uit een publicatie van onderzoekers van het NIVEL in het wetenschappelijke tijdschrift European Journal of Cancer.
Nu het aantal mensen dat kanker overleeft stijgt, zullen meer mensen op de langere termijn mogelijke gevolgen ondervinden van de behandeling. Pijn, vermoeidheid en concentratie- of geheugenproblemen die tijdens de behandeling ontstaan, kunnen tot meer dan vijf jaar daarna aanhouden.
In landen met een sterke eerstelijnszorg, zoals Nederland en Engeland, kloppen deze patiënten hiervoor in eerste instantie aan bij hun huisarts. Deze patiënten blijken vaker naar de huisarts te gaan voor rugpijn, buikpijn of infecties dan de algemene bevolking. Dit is mogelijk te wijten aan de behandeling voor kanker, toegenomen bezorgdheid of beide. Het aantal contacten met de huisarts vanwege chronische ziekten of psychosociale problemen is slechts licht hoger.
’We hadden verwacht dat mensen die zijn behandeld voor kanker, vaker de huisarts zouden bezoeken met psychosociale problemen of angst voor terugkeer van de kanker’, stelt NIVEL-programmaleider Joke Korevaar. ‘Maar dit blijkt nauwelijks een reden om de huisarts frequenter te bezoeken. Deze patiënten komen echter wél vaker bij de huisarts vanwege alledaagse klachten. Het is heel goed mogelijk dat dit toch komt door de behandeling voor kanker. En ook de ongerustheid dat deze klachten wijzen op een terugkeer van kanker kan een rol spelen. De richtlijnen voor nazorg voor kankerpatiënten zouden meer moeten benadrukken dat huisartsen alert zijn op latere effecten van kanker en de behandeling ervan, zelfs jaren nadat deze is afgerond.’
Voor het onderzoek is gebruikgemaakt van gegevens uit het Landelijk Informatienetwerk Huisartsenzorg (LINH) over het huisartsenbezoek tussen 2001 en 2010 van 1256 vrouwen met borstkanker, 503 mannen met prostaatkanker en 487 mensen met darmkanker. De onderzoekers keken naar de periode tussen twee en vijf jaar na de diagnose en vergeleken deze met patiënten zonder kanker uit dezelfde praktijken. Het Landelijk Informatienetwerk Huisartsenzorg telt 84 huisartspraktijken met meer dan 335.000 patiënten. In deze praktijken worden continu ‘productiegegevens’ over aandoeningen, aantallen contacten/verrichtingen, geneesmiddelvoorschriften en verwijzingen verzameld.
Bron: NIVEL