'Defensie negeerde waarschuwing OR over giftige verf'

Minstens dertien voormalig werknemers van Defensie stellen het ministerie aansprakelijk voor de kanker die zij zouden hebben opgelopen door het werken met giftige verf. Volgens hun advocaat was Defensie gewaarschuwd door de ondernemingsraad.

De kankerpatiënten werkten in een NAVO-depot in de Overijsselse plaats Vriezenveen. De werknemers zouden kanker hebben gekregen door het onbeschermd werken met de giftige camouflageverf CARC (Chemical Agent Resistant Coating). Aan die verf werd tot 1991 het kankerverwekkende chroom VI toegevoegd.

Volgens letselschadeadvocaat Yme Drost hebben zich al dertien zieke mensen of nabestaanden van kankerpatiënten bij zijn kantoor gemeld, nadat een oud-werknemer vorige week in regionale media zijn verhaal had gedaan. "Zo veel kankergevallen onder één groep werknemers wijst heel sterk op een causaal verband met de werkzaamheden in het NAVO-depot'', zegt hij.

In het depot, dat de Amerikanen tot 2003 in gebruik hadden, werd gebruikt oorlogsmaterieel weer opgeknapt. De camouflageverf was speciaal voor legerdoeleinden ontwikkeld. Dat het gebruik van de verf mogelijk gezondheidsrisico's met zich meebracht, is volgens Drost destijds al eens door de ondernemingsraad op het depot aan de orde gesteld, maar weggewuifd door Defensie. De verf is op tal van plekken in de wereld gebruikt.

Volgens de letselschade-expert is Defensie aansprakelijk voor de geleden schade als het verband met de verf wordt aangetoond. Aansprakelijkheid geldt tot 5 jaar nadat de schade is ontdekt en daarvoor de verantwoordelijke persoon of instantie is aangewezen.

Bron: OR-informatie

Gezondheidsmanagement