Wat een bedrijfsarts voor je kan betekenen
Wat kan een bedrijfsarts voor je betekenen? Per organisatie wisselt het sterk hoe goed de bedrijfsarts bekend is. Niet alleen schakelt de bedrijfsarts met werknemers, maar ook met leidinggevenden, de personeelsvertegenwoordiging en HR. En door de komst van de vernieuwde Arbowet ook de preventiemedewerker. Arend Hamming, bedrijfsarts in opleiding bij Arbo Unie, geeft graag antwoord op die vraag door een kijkje in zijn werkweek te geven.
Maandag: spreekuur met psychische klachten
Deze dag heb ik een spreekuur, waarop ik vooral mensen met psychische klachten zie. De eerste is een perfectionist. Ze vraagt veel van zichzelf als werknemer, moeder, partner, vriendin. Op een dag werd ze wakker en zag het ineens niet meer zitten. Ik stel na een gesprek over haar medische klachten de diagnose overspanning. Ze reageert aangenaam verrast als ik niet stuur op zo snel mogelijk hervatten, maar op goed genezen en een behandeling waarbij ze leert voor zichzelf te zorgen, zodat ze weer duurzaam aan de slag kan. Ik verwijs haar naar de bedrijfspsycholoog, omdat ze daar beter dergelijke vaardigheden leert dan bij de praktijkondersteuner van de huisarts.
Bij de tweede speelt vooral een veel te hoge werkdruk. Ik stel wederom de diagnose overspanning. Alleen nu meld ik het geanonimiseerd als beroepsziekte. Ondertussen besef ik me dat er meer speelt. Hij is niet de eerste van die afdeling, dus hier ga ik ook op organisatieniveau mee aan de slag. Overleggen met HR en leidinggevende. Hopelijk kan ik helpen voorkomen dat er nog meer mensen uitvallen.
De derde heeft net te horen gekregen dat zijn leidinggevende niet tevreden over hem is en met hem wil nadenken over een verbetertraject. Vervolgens heeft hij zich ziek gemeld. Er is zeker sprake van spanningsklachten, maar niet van ziekte. De kern van de zaak is een mismatch tussen de persoon en de functie. Je wordt niet van de ene op de andere dag overspannen, leg ik uit. Moeilijk gesprek. Ik leg uit dat bij mij niet de oplossing ligt. Maar hij voelt zich wel begrepen. Hij vindt het fijn dat wat we besproken hebben, onder ons blijft. De enige informatie die naar de werkgever gaat, is een bericht dat er geen sprake is van ziekte en het advies om snel weer in gesprek te gaan. Door dit soort casussen denken veel mensen dat een bedrijfsarts continu in het spanningsveld tussen werknemer en werkgever zit. In werkelijkheid is dat maar een klein deel en bovendien heb je zelf in de hand in hoeverre je bij zulke casussen tussen werkgever en werknemer in komt te staan. Dan is het wel belangrijk dat iedereen begrijpt dat ik een onafhankelijke positie heb.
Dinsdag: spreekuur met lichamelijke klachten
Ook vandaag houd ik spreekuur. Dat beslaat een groot deel van het werk, maar is nooit saai.
Ik zie iemand die 60 is, maar door 40 jaar zwaar lichamelijk werk versleten gewrichten heeft. Geen opleiding, maar door ploegendienst toch altijd goed verdiend. Ik doe een lichamelijk onderzoek en geef uitleg over hoe het nu verder gaat qua wet- en regelgeving.
Verder zie ik iemand met schouderklachten die na een operatie maar niet herstellen. Terwijl het al een half jaar geleden is. Ik onderzoek haar uitgebreid en verwijs haar naar een andere specialist. Die besluit haar een tweede keer te opereren, waarna ze snel opknapt.
's Middags draai ik spreekuur op locatie bij de klant. Dat geeft een andere dynamiek, met korte lijnen met leidinggevenden en HR. Daar zie ik iemand die niet ziek gemeld is, maar voor advies komt. Hij heeft regelmatig last van uitslag op zijn handen. Al snel wordt duidelijk dat dit met het werk te maken heeft. Aangezien dit bedrijf al een preventiemedewerker heeft aangesteld, loop ik daar even langs. We gaan onderzoeken wat er aan het proces veranderd kan worden. Voor de zekerheid bespreken we nog even de arbeidshygiënische strategie: liefst preventie aan de bron of anders collectieve maatregelen. Als dat niet mogelijk is, individuele maatregelen en desnoods persoonlijke beschermingsmiddelen.
Woensdag: opleiding, van arboarts naar bedrijfsarts?
Opleidingsdag. Ik volg een vierjarige opleiding Bedrijfsgeneeskunde om een geregistreerd bedrijfsarts te worden. Dit betekent dat ik een dag per week een studiedag heb. Tot die tijd kan ik me AIOS (Arts In Opleiding tot Specialist) bedrijfsgeneeskunde noemen. Omdat veel mensen niet weten wat een AIOS is, onderteken ik meestal gewoon met Arts. Ik zou ook de term arboarts kunnen gebruiken. Dat is geen geregistreerde titel. Verwarrende term dus, gebruikt door basisartsen die de suggestie willen wekken dat ze een soort bedrijfsarts zijn. Bedrijfsarts is de beschermde titel voor artsen die medisch specialist zijn in de arbeids- en bedrijfsgeneeskunde.
Donderdag: nog meer preventie
Ik vind het belangrijk om me in mijn vak te richten op preventie. Daarom verwelkom ik graag ook werknemers op mijn spreekuur die niet ziekgemeld zijn, maar wel vragen hebben over hun gezondheid. Met de vernieuwde Arbowet is zo'n arbeidsomstandigheden spreekuur zelfs een recht voor medewerkers. Maar ook bij zieke medewerkers die re-integreren, ligt mijn focus op hoe het na de betermelding verder gaat, dus gericht op duurzaam gezond werken. Tot aan het pensioen. Vandaag staat helemaal in het teken van preventie. Ik voer een preventief medisch onderzoek (PMO) uit. Dat is een PAGO met ook aandacht voor niet werkgerelateerde preventie.
Ik zie werknemers die eerst allerlei testjes bij de doktersassistente ondergingen. Ik praat met ze over onder meer werkdruk, lichamelijke belasting op het werk, maar ook over het nut van gehoorbescherming. Ook bespreek ik het risico op bijvoorbeeld hart- en vaatziekten door roken of een te hoge bloeddruk. Een werknemer met afwijkend hartfilmpje stuur ik door. Blijkt gelukkig loos alarm. Zorgen gemaakt om niks? Liever tien keer druk gemaakt om niks dan één keer rondlopen met een onbehandelde hartaandoening.
Door het PMO leer ik ondertussen ook het bedrijf goed kennen. Zo klagen veel mensen over de slechte klimaatinstallatie. Ga ik zeker meenemen in het verslag. Uiteraard op zo'n manier dat het niet tot de persoon te herleiden is.
's Middags doe ik bij hetzelfde bedrijf een werkplekbezoek. Ik kijk natuurlijk naar de klimaatinstallatie, maar ook naar arbeidsinhoud, arbeidsomstandigheden, arbeidsverhoudingen en arbeidsvoorwaarden. Dit bedrijf heeft het over het algemeen goed op orde, maar de kantine vind ik wel erg lawaaiig en ongezellig. Ik zou er zelf niet goed kunnen ontspannen. Ook staat er een automaat met alleen maar ongezond snoep erin. Ik neem me voor om bij de volgende werknemers die ik zie te vragen hoe ze dit beleven.
Vrijdag: sociaal medisch overleg
Deze ochtend is gereserveerd voor SMO (sociaal medisch overleg). Daarbij ga ik met mensen van het bedrijf om tafel zitten om alle zieke werknemers te bespreken. Ik let daarbij uiteraard goed op mijn beroepsgeheim; ik adviseer alleen over beperkingen en re-integratie. De rest blijft vertrouwelijk. Om de beurt bespreek ik met alle HR-medewerkers de langdurig zieke werknemers en mogelijkheden voor preventie. Sinds kort schuiven niet alleen de HR-medewerkers, maar ook de leidinggevenden aan. Ik krijg veel vragen over hoe ze het gesprek met een zieke werknemer moeten aangaan en wat een goede strategie voor re-integratie is. Daar help ik ze graag mee.
Vrijdagmiddag verwerk ik de administratie. Tussendoor bespreek ik met de bedrijfspsycholoog een paar werknemers die ik naar hem doorverwezen heb. Ik stem mijn re-integratie adviezen af op zijn behandeling.
Ook heb ik dan tijd om nog wat leidinggevenden te bellen van medewerkers die ik eerder op het spreekuur zag. Want niet ieder bedrijf heeft regelmatig een SMO en sommige dingen kunnen daar niet op wachten. Een van de leidinggevenden noemt, nu ik haar toch spreek, een medewerker waarvan ze zich zorgen maakt of die niet overspannen wordt. Ik noem signalen van dreigende overspanning en we besluiten de medewerker een spreekuur bij mij aan te bieden. Hoe eerder je erbij bent, hoe meer verzuim je voorkomt. Idealiter help je iemand om in balans te komen zonder dat er verzuim optreedt. De meeste leidinggevenden hebben nooit les gehad in hoe je een overspannen medewerker kunt herkennen en hoe je ermee om moet gaan. Wellicht zou in de toekomst de preventiemedewerker daar ook een rol in kunnen pakken. Daarvoor is het ook belangrijk om een goed draagvlak te hebben bij het management en de personeelsvertegenwoordiging.
Bovenstaand artikel is op persoonlijke titel geschreven. Het is mijn beleving van het vak. Bovendien zijn de casussen fictief. Ze vormen een beschrijving van typische spreekuren, maar zijn niet op een concrete casus gebaseerd.
Lees meer
- De tien kernwaarden van de bedrijfsarts
- Meer informatie van de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) over de bedrijfsarts
- Korte samenvatting van de belangrijkste wijzigingen Arbowet