Overtredingen reden voor nog beter veiligheidsmanagement

Het aantal veiligheidsovertredingen bij Brzo-bedrijven was in 2012 ongeveer gelijk aan dat in 2011, en de meeste zijn licht van aard. Dat blijkt uit de ‘Monitor naleving en handhaving BRZO 2012’. Volgens de schrijvers geven de resultaten aanleiding om nog sterker in te zetten op veiligheid. De VNCI vindt dat daarbij prioriteit gegeven moet worden aan het terugdringen van de zwaardere overtredingen die direct impact hebben op de veiligheid.

In de monitor staan de bevindingen van inspecties in Nederland bij bedrijven in de hoogste gevarencategorie. Van deze zogeheten Brzo-bedrijven is ongeveer eenderde een chemiebedrijf. Het rapport is gemaakt door het programma Landelijke Aanpak Toezicht Risicobeheersing (LAT Rb) en maakt duidelijk dat de overheid Brzo-bedrijven in 2012 intensiever en vaker onaangekondigd geïnspecteerd heeft dan in 2011.


Veel overtredingen aangepakt

De resultaten laten zien dat er vorig jaar iets meer Brzo-bedrijven waren zonder overtredingen (158 van de 365 geïnspecteerde, dus 43%) dan in 2011 (40%). Die overtreders maakten tezamen wel meer overtredingen dan in 2011, wat volgens de schrijvers kan komen omdat er in 2012 Brzo-inspecties zijn gecombineerd met inspecties op andere wetgeving.

De 207 overtreders zorgden tezamen voor 871 overtredingen. Het rapport benadrukt dat veel van de overtredingen (84%) relatief ongevaarlijk zijn, zoals het onjuist vaststellen van procedures en instructies. Veel van de overtredingen zijn bovendien al opgelost. Voor 32 overtredingen geldt niettemin dat ook op 1 maart 2013 het probleem er nog steeds was, en 10 daarvan zijn dusdanig ernstig dat ze zorgden voor bijvoorbeeld een stillegging of exploitatieverbod. Van de overige meldingen kan nog niet bepaald worden wat de status is, bijvoorbeeld omdat de hersteltermijn nog niet verstreken is.

Bedrijven verantwoordelijk

In reactie op het rapport meldt de VNCI dat veiligheid primair de verantwoordelijkheid van bedrijven is. Ondanks de vele relatief ongevaarlijke overtredingen vindt de vereniging dat het aantal teruggedrongen moet worden. Volgens de VNCI zullen bedrijven daarom acties ondernemen om het aantal overtredingen te reduceren, zoals via het actieprogramma Veiligheid Voorop. Dit programma helpt bovendien om een veiligheidscultuur te creëren en te onderhouden die nodig is om goede veiligheidsprestaties te leveren.

Nuances
Wat opvalt in de monitor is dat de resultaten van meer context worden voorzien dan vorig jaar. Toen was er sprake van cijfers zonder duiding, waardoor de interpretatie alle kanten op kon. Dit jaar nuanceert de monitor zijn eigen bevindingen onder meer in de samenvatting: “Het naleefgedrag op zich is niet maatgevend voor de veiligheid van het bedrijf.”

De VNCI juicht het toe dat de inspectieresultaten van meer context worden voorzien. “Wij hameren hier sinds de eerste monitor constant op”, meldt Jos Dingemans, VNCI-manager veiligheid, gezondheid en milieu. “In 2011 moest de lezer zelf de cijfers interpreteren, en gelukkig meldt de monitor dit jaar uit zichzelf wat de nuances bij de cijfers zijn.”

Ook is Dingemans tevreden met het voornemen van staatssecretaris Mansveld om de resultaten van het actieprogramma Veiligheid Voorop in de toekomst te bundelen met de monitor van LAT Rb. Volgens Mansveld zorgt dit ervoor dat er een gezamenlijke rapportage ontstaat die de Staat van Veiligheid weergeeft.

Versplintering

Het programma LAT Rb bundelt alle resultaten van de drie ministeries die betrokken zijn bij de inspecties van Brzo-bedrijven voor hun brand-, arbeids- en externe veiligheid, en presenteert dit sinds 2011 aan de verantwoordelijke bewindsvoerder (staatssecretaris Mansveld) en de Tweede Kamer. Het programma is ontwikkeld om de versplinterde inspecties van de overheden te stroomlijnen en zo te verbeteren.

Om nog efficiënter en effectiever toezicht te houden, pleit de VNCI ervoor om de verantwoordelijkheid voor toezicht en handhaving bij één ministerie neer te leggen. VNO-NCW heeft daarom - mede namens de VNCI - een voorstel voor een betere vormgeving van het wetgevingsstelsel gedaan. De VNCI is graag bereid met de overheid samen te werken om het reeds ingezette verbeteringsproces te versnellen.

Lees hier:  Naleving en handhaving BRZO-bedrijven 2012 (LATrb.nl, 18 juni 2013)

Bron: VNCI
 

 

De praktijk