Effectief leiderschap voor de preventiemedewerker

Leiderschapsvraagstukken

  • Heeft u ook last van de ja-zeggers en nee-doeners?
  • Hoort u veel mensen klagen over werkdruk?
  • Ervaart u dat collega’s de ‘schuld’ leggen bij anderen?
  • Ervaart u dat het moeilijk is om uw team op één lijn te krijgen en samen verantwoordelijk te zijn voor een klus?
  • Moet u veel problemen oplossen waarvan u zich afvraagt of een ander dat niet had kunnen doen? 
  • Kijken de teamleden altijd eerst naar u voor een oplossing, in plaats van zelf initiatief te nemen?
  • Merkt u dat u veel alleen moet doen?
  • Heeft u het gevoel dat u zoveel bezig bent met het oplossen van ad hoc-problemen dat u niet toekomt aan belangrijke ontwikkelingen?
  • Dragen uw collega’s hun persoonlijke beschermingsmiddelen niet?
  • Staat veiligheid bij uw collega’s op een laag pitje?


Als u naar deze problemen kijkt lijkt het wel alsof u gevangen zit in een relatie waarin de anderen zich afhankelijk van u opstellen. U zit niet gevangen. Bovengenoemde problemen vragen om “effectief leiderschap”. Leiderschap voor u en uw collega’s.


De bewustwording van de manier waarop wij naar mensen en situaties kijken speelt hierbij een grote rol. Onze ervaringen en conditioneringen bepalen hoe we kijken, wat we (denken te) zien, welke betekenis we hieraan hechten en hoe we ons gaan gedragen. Het is verrassend om te ontdekken hoezeer we ons laten leiden door paradigma’s, waardoor we onze eigen keuzes beperken en kansen op effectief functioneren verkleinen. 

Als ik blijf kijken
zoals ik altijd heb gekeken
blijf ik denken
zoals ik altijd dacht

Als ik blijf denken
zoals ik altijd heb gedacht
blijf ik geloven
wat ik altijd heb geloofd

Als ik blijf geloven
wat ik altijd heb geloofd
blijf ik doen
zoals ik altijd heb gedaan

Als ik blijf doen
zoals ik altijd heb gedaan
blijft mij overkomen
wat mij altijd overkomt.

Het wordt dus steeds belangrijker om een stevig team te hebben dat samen de problemen aanpakt waar het bedrijf voor staat. De 'Zeven eigenschappen van effectief leiderschap' van Stephen Covey zijn een uitstekend uitgangspunt wanneer je wilt dat je team samenwerkt en zich verantwoordelijk voelt voor veiligheid en gezondheid op jhet werk.


Wederzijdse afhankelijkheid
Voordat je een team kunt laten veranderen moeten de teamleden wederzijds afhankelijk zijn.

In onderstaand schema ziet u de 7 eigenschappen van effectief leiderschap geplaatst in het groeicontinuüm. Het team groeit van afhankelijk naar onafhankelijk tot wederzijdse afhankelijkheid.

Afhankelijkheid is het paradigma voor: JIJ, JIJ zorgt voor mij, JIJ zorgt dat ik succes heb, het is JOUW schuld als ik faal.
Onafhankelijkheid is het paradigma voor: IK, IK doe het. Ik ben verantwoordelijk. IK kan kiezen.
Wederzijdse afhankelijkheid is het paradigma voor: WIJ, Wij doen het. WIJ kunnen samenwerken als wij onze krachten bundelen, kunnen we iets beters realiseren.

Willen we werken aan veiligheidsbeleving en verantwoordelijkheid, dan moeten we eerst zelf maar ook het team wederzijds afhankelijk maken.

Eigenschap 1:  De gewoonte van de keuzevrijheid: wees proactief
Stop met je te beklagen, hou op met de ‘schuld’ bij anderen te leggen; ga na wat JIJ eraan kunt doen.

Stop met de dingen die niet werken en doe iets anders!

  • wat bevalt je niet?
  • wat wil je anders?
  • wat ga je er zelf aan doen?
  • wie/wat heb je daarvoor nodig?
  • wanneer ga je ermee beginnen?
  • wanneer gaan anderen dat merken of wanneer mag een ander je hierop  aanspreken?


Proactieve mensen nemen zelf initiatief en voelen zich hier zelf verantwoordelijk voor. Ze reageren daardoor effectiever op situaties waarvan reactieve mensen menen dat het ze ‘overkomt’ en ze er geen invloed op kunnen uitoefenen. Reactieve mensen plaatsen dat wat hen ‘overkomt’ buiten zichzelf, ze plaatsen zichzelf in de rol van slachtoffer, geven anderen de schuld en veranderen alleen als ze niet anders kunnen en dan nog met de hakken in het zand.

Met deze eigenschap gaat u op zoek naar: wat betekent proactiviteit voor de mensen individueel in veranderingsprocessen binnen de organisatie, hoe zit dit voor het team als geheel, hoe krijgt u ze tot constructief meedenken en welke paradigma’s belemmeren dit? Hoe gaan we met elkaar om in overlegsituaties; leunen we achterover of denken we constructief mee? Welke beren zien we al op de weg? Wat willen mensen individueel bereiken? Wat wil het team bereiken?

Eigenschap 2: De gewoonte van visie: begin met het eind in gedachten.

  • Waar staat uw organisatie?
  • Wat is ieders persoonlijke missie (statuut) binnen de organisatie?
  • Wat willen we bereiken?


Bij inhoudelijke vernieuwingstrajecten kan deze eigenschap worden ingezet om te zorgen dat wat wordt gedaan, ook past bij wat men werkelijk belangrijk vindt en wil bereiken.
Ook deze eigenschap is toe te passen in begeleidingstrajecten Integraal Personeelsbeleid (IPB) om de teamleden handreikingen te geven actief aan de slag te gaan met de eigen ontwikkelingsdoelen alsook de organisatiedoelen, het ontwikkelen van strategische keuzes, visie en missie.

Eigenschap 3: De gewoonte om belangrijke zaken voorrang te geven op urgente zaken: belangrijke zaken eerst.
Zorg dat je de belangrijkste dingen niet de dupe laat worden van onbelangrijke dingen en laat je niet sturen door de urgente zaken. Het team leert zich te richten op belangrijkheid i.p.v. urgentie dus:

  • nee zeggen tegen het onbelangrijke
  • nee zeggen tegen onveilige situaties
  • ruimte creëren bij het urgente.


Deze gewoonte maakt bewust om vanuit de proactieve houding en met het einddoel in gedachten effectief te functioneren en een duidelijke omschrijving te hebben van wat we willen bereiken en criteria vast te stellen wat wel en wat niet belangrijk en urgent is. Sommige zaken zien we als een ‘noodzaak’. We gaan dus met deze gewoonte 3 op zoek naar onbelangrijke activiteiten zoals onnodige onderbrekingen tijdens de lessen, onnodige items op de agenda’s, onbelangrijke besprekingen en vormen van overleg e.d. Het zijn juist die zaken die we WILLEN doen, de belangrijke zaken die ons motiveren en die maken dat we effectief functioneren. Daardoor gaan we de werkdruk ook meer positief ervaren.

Deze eerste drie gewoonten uit het groeicontinuüm van Covey richten zich meer op de persoonlijke, individuele ontwikkeling. De volgende drie gewoontes gaan over overwinningen op uw omgeving door samenwerking met andere mensen in wederzijdse afhankelijkheid.

Eigenschap 4: de gewoonte dat overvloed en succes niet ten koste van anderen hoeven te gaan: denk win-win.

  • Ben ik bereik te zoeken naar samenwerking in plaats van strijd?
  • Gebruik ik mijn status en positie om te winnen?
  • Ben ik bang om niet meer aardig gevonden te worden?
  • Ben ik bang om veilig te werken?


Met deze gewoonte kunnen leidinggevenden bijvoorbeeld tijdens vergaderingen nagaan of iedereen tot zijn/haar recht komt en of uit een issue het maximale resultaat wordt gehaald. Interacties verlopen meer gelijkwaardig en bieden zo meer kans tot echt overleg en overeenstemming met elkaar waarbij alle partijen winst weten te behalen.

Wederzijdse afhankelijkheid, echte samenwerking, betekent niet concurrentie maar gezamenlijk winnen. Deze gewoonte 4 is toe te passen zeker in conflictsituaties alsook in probleemsituaties divers van aard; dus breed toepasbaar. We gaan dan aan de slag vooral met de twee valkuilen: concurreren en vergelijken. Het is dan boeiend te zien hoe bepaalde paradigma’s juist werken of tegenwerken.

In dit denken vertrekken we vanuit wederzijds respect en voordeel waardoor er meer betrokkenheid onderling ontstaat, en snellere en betere oplossingen gevonden worden.

  • Win-Win:  we zoeken naar een oplossing waar we ons beiden in kunnen vinden
  • Win-verlies:  ik ga het winnen ten koste van jou
  • Verlies-win:  zij winnen het toch
  • Verlies-verlies: er komt geen winnaar uit, beiden verliezen.


Veel mensen denken in termen van of/of. Iemand die aardig is, is vast niet sterk, denken ze. Maar denken in termen van winnen/winnen is aardig….en sterk! Winnen/winnen vereist niet alleen dat je aardig bent, maar ook moedig. Je moet niet alleen met de ander kunnen meevoelen, maar ook zelfvertrouwen hebben.

Eigenschap 5: De gewoonte van empatisch luisteren: eerst begrijpen, dan begrepen worden.

Empatisch luisteren kost tijd, maar bij lange na niet zoveel als dingen rechtzetten wanneer je al een eind op streek bent. Dan moet je alles opnieuw doen, misverstanden wegwerken, leven met onopgeloste problemen en met de gevolgen.

Ieder mens heeft de behoefte aan erkenning, aan begrepen worden.

  • Hoe goed luisteren we eigenlijk?
  • Wat belemmert ons goed te luisteren naar de ander?
  • Laten we de ander uitspreken?
  • Doen we iets met wat de ander zegt, of gaan we gewoon door met onze eigen mening voorop te zetten?


Het werken met deze gewoonte is altijd en overal van toepassing. We kunnen niet NIET communiceren. Tijdens het werkoverleg, met collega’s of onze leidinggevenden, het blijft nodig empatisch te willen luisteren, eigen vooroordelen en goedbedoelde adviezen op te schorten.

Eigenschap 6: De gewoonte om van verschillen gebruik te maken: creëer synergie.
Mensen verschillen. Het zijn juist die verschillen, die als we ze kunnen bundelen, leiden tot nieuwe en betere ideeën. Hiervoor is nodig de bereidheid om te kijken naar de verschillende standpunten, achterliggende motieven en belangen. We gaan hier vooral op zoek naar de obstakels zoals onwetendheid en vooroordelen (belemmerende paradigma’s). Juist een mooie gewoonte om mee te werken als het gaat om besluitvorming in teams en waarvoor de gewoonte 4 denk win-win en gewoonte 5 eerst begrijpen, dan begrepen worden, nodig zijn om te komen tot synergie.

‘Probeer eerst te begrijpen’, betekent een grote paradigmawisseling. Normaal gesproken proberen we altijd eerst begrepen te worden. De meeste mensen luisteren niet met de bedoeling om iemand te begrijpen; ze luisteren om antwoord te kunnen geven. Ze zijn zelf aan het woord of bereiden zich daarop voor. Ze filteren alles door hun eigen paradigma’s. In het verhaal van een ander lezen ze hun eigen autobiografie.

Eigenschap 7: de gewoonte van zelfvernieuwing: houd de zaag scherp.

  • Kijken we nog naar de energie van elkaar?
  • Wat hebben we daarvoor nodig?
  • Zorg voor jezelf, zorg voor elkaar.


Wanneer we dus succesvol en effectief kunnen functioneren, is het zaak dit te kunnen blijven doen, keer op keer. Dit vraagt om energie, om vernieuwing en zorg voor zowel onszelf alsook de ander. Het lukt niet eindeloos te blijven teren op reserves, mensen raken dan opgebrand. Een hardwerkend team heeft het nodig weer nieuwe energie op te kunnen doen. Bij alle veranderingen die we in onderwijsland hebben ondergaan, heeft dat veel energie gekost.
Vraag en luister naar wat uw team nodig heeft om de zaag scherp te houden.


Kortom:
Het werken met het gedachtegoed maakt dat:

1. u en/of uw team meer leiderschap vertoont;
2. we zelf initiatief nemen om dingen gedaan te krijgen, ons hier zelf verantwoordelijk voor voelen en uit de slachtofferrol stappen;
3. we een doel voor ogen hebben, vooruit plannen en daadwerkelijk beginnen;
4. we prioriteiten stellen waardoor belangrijke zaken ook echt afgehandeld worden en de werkdruk meer positief kan worden ervaren;
5. we echt luisteren en openstaan voor overleg met de ander;
6. we onderlinge verschillen accepteren en juist gebruiken om er beter van te worden;
7. we openstaan voor veranderingen;
8. we gezamenlijk voor veiligheid gaan.

Meer weten: Zie het boek:  “De zeven eigenschappen van effectief leiderschap” van S. Covey          

De praktijk