Onlangs was aflatoxine in het nieuws omdat het in de melk werd aangetroffen, waarschijnlijk door aanwezigheid in diervoedsel. Ook boeren, transporteurs, opslagmedewerkers en diervoederaars kunnen eraan blootgesteld worden tijdens hun dagelijkse werkzaamheden.
Omschrijving
Aflatoxine is een natuurlijke gifstof. Specifieker gezegd is het een schimmelgifstof. De schimmelsoorten Aspergillus flavus en Aspergillus parasiticus maken aflatoxine aan. De schimmel kan groeien tijdens warme en vochtige opslag van grondstoffen. Dit kan vooral in tropische landen een probleem zijn.
Soorten en bronnen
Aflatoxine kent veel verschillende varianten. Aflatoxine B1, B2, G1 en G2 zijn het meest giftig. Aflatoxine kan voorkomen in beschimmelde noten, granen, peulvruchten, kruiden en gedroogd fruit, maar ook in producten die hiervan gemaakt zijn zoals pindakaas, brood, bier en veevoer.
Aflatoxine B1 wordt in de lever omgezet in aflatoxine M1. Wanneer koeien met aflatoxine B1 besmet veevoer eten, kan aflatoxine M1 in melk en melkproducten voorkomen.
Gezondheidseffecten
Aflatoxine is giftig. Aflatoxine B1 is volgens het International Agency for Research on Cancer (IARC) bovendien kankerverwekkend voor de mens. Aflatoxine M1 is even giftig als aflatoxine B1, maar minder kankerverwekkend. Het IARC noemt aflatoxine M1 mogelijk kankerverwekkend voor de mens.
Inname van een te grote hoeveelheid aflatoxine B1 ineens veroorzaakt schade aan de lever. Dit kan zich uiten in buikpijn en misselijkheid, bloedingen, geelzucht en waterzucht. Bij regelmatige inname van aflatoxine B1 gedurende langere tijd kunnen levertumoren ontstaan.
Aflatoxine komt ook in het bloed terecht. Daardoor kan de stof via de placenta een ongeboren kind gevoeliger maken voor leverschade en kanker.
De kennis over aflatoxine en andere mycotoxines behoort niet tot het dagelijkse kennisdomein van de bedrijfsarts of de arbomedewerker, maar wel steeds vaker tot dat van de voedseltoxicologen. Mycotoxines worden in verband gebracht met verschillende zeer ernstige gezondheidsrisico’s als kanker, aantasting van zenuwstelsel, organen, luchtwegen en de huid. Daarom is er een stevige controle op het voorkomen in de voedselketen.
Voorkomen
Uit het Europese SCOOP-onderzoek (2003) bleek onder andere dat 55% van de graanmonsters, 36% van de groene koffiebonen, 46% van de geroosterde koffie, 39% van de biermonsters, 73% van het gedroogde fruit en bijvoorbeeld 53% van de kruiden mycotoxines bevatte.
Wie loopt risico?
Werknemers in de land en tuinbouw, de diervoederindustrie, en de graan-, koffie-, cacao-opslag komen met mycotoxines in aanraking. Maar ook tijdens het transport van landbouwproducten en bijvoorbeeld in de levensmiddelenindustrie. In principe alle plaatsen waar genoemde schimmels voorkomen.
Bedrijfsgezondheidskundig gezien
Hoewel er vanuit de voedseltoezichthouders wel aandacht aan het onderwerp wordt gegeven, is dat bij de arboprofessionals nog niet het geval. Gezien de ernst van de mogelijke effecten voor werknemers en zeker voor zwangere en zogende werkneemsters, is dit niet acceptabel. Onderzoek zou ertoe moeten leiden dat men er aandacht in de (branche)catalogi aan gaat besteden zodat het onderwerp in de RI&E kan worden meegenomen, onderdeel van het PAGO/PMO gaat uitmaken en dat men rekening houdt met het te werkstellen van kwetsbare groepen als zwangeren. Ook in de zoogperiode moet blootstelling vermeden worden omdat de toxines via de moedermelk aan het kind kunnen worden doorgegeven.
ONE HEALTH
Blootstelling aan Ricine behoort, althans in de USA tot het beroepsrisico van politici. Deze worden daartoe goed in de gaten gehouden. Gewone werknemers kunnen er alleen op hopen dat dit in de toekomst ook gaat gelden voor de mogelijke blootstelling aan mycotoxines in hun werkomgeving. Gezien de evenzeer grote betekenis voor de voedselvoorziening ligt ook hier een ONE HEALTH-benadering, waarbij microbiologen, biologen, mycologen, dierenartsen, toxicologen, voedseldeskundigen, milieudeskundigen, bedrijfsartsen en de curatieve sector gaan samenwerken, voor de hand. Mogelijk zou de toezichthouder op arbogebied de werkgevers er toe kunnen brengen hun verplichting ten aanzien van het hebben van een goede RI&E en een doeltreffend PAGO (biologische monitoring bloed/urine, nierfunctie) op dit terrein in te vullen.
Bronnen
Kennissyteem infectieziekten en arbeid (KIZA)
Voedingscentrum