Is uw RI&E compleet?

Wat u moet weten over de aanvullende inventarisaties

Niet in alle RI&E’s zijn de verplichte aanvullende inventarisaties uitgewerkt die in het Arbobesluit zijn opgenomen. Uw RI&E is pas compleet als alle aanvullende inventarisaties zijn uitgevoerd. Is uw risicoinventarisatie wel compleet?

Wanneer nadere inventarisaties?
In het Arbobesluit worden voor verschillende onderwerpen nadere inventarisaties van de RI&E voorgeschreven.  De nadere inventarisaties zijn:


1 Jeugdigen
In de RI&E moet aandacht besteed worden aan de specifieke gevaren voor jongeren op de werkplek in verband met het ontbreken van werkervaring, het niet goed kunnen inschatten van gevaren en het nog niet voltooid zijn van de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling. Tevens dient nagegaan te worden wat de specifieke gevaren betekenen voor de voorlichting en instructie aan de jeugdige werknemers. Deze bepaling is ook van belang voor bedrijven die normaliter geen jeugdigen in dienst hebben, maar die wel gebruik maken van jeugdige vakantiewerkers. Ook dan moet de nadere inventarisatie uitgevoerd te zijn.

2 Zwangere medewerkers
Voor zwangeren dient met name aandacht besteed te worden aan het werken met biologische agentia, gevaarlijke stoffen en fysieke belasting.

3 Explosieve atmosferen
Bedrijven waar explosieve atmosferen aanwezig zijn dienen een nadere inventarisatie uit te voeren.

4 Gevaarlijke stoffen
Indien werknemers blootgesteld kunnen worden aan gevaarlijke stoffen dient een nadere inventarisatie te worden uitgevoerd. Bepalend is niet of men daadwerkelijk werkt met gevaarlijke stoffen, maar of men op enig moment daaraan blootgesteld kan worden. Bij de inventarisatie moet in ieder geval vastgesteld worden aan welke stoffen men mogelijk blootgesteld kan worden, wat de gevaren van die stoffen kan zijn en wanneer blootstelling kan plaatsvinden. Voor het doeltreffend vaststellen van het blootstellingniveau wordt gebruik gemaakt van geschikte, genormaliseerde meetmethodes, dan wel andere voor het doel geschikte meetmethodes of kwantitatieve evaluatiemethodes.

5 Kankerverwekkende stoffen
In alle gevallen waarin arbeid wordt verricht waarbij werknemers worden of kunnen worden blootgesteld aan kankerverwekkende of mutagene stoffen of aan stoffen die vrijkomen bij kankerverwekkende processen, worden, met betrekking tot deze stoffen of processen in de risico-inventarisatie en -evaluatie in ieder geval de volgende gegevens opgenomen:

  • de reden waarom het gebruik van een kankerverwekkende stof of het toepassen van een kankerverwekkend proces voor het verrichten van de arbeid strikt noodzakelijk is en vervanging technisch niet uitvoerbaar is;
  • de hoeveelheid van de kankerverwekkende of mutagene stof die per jaar pleegt te worden vervaardigd of gebruikt dan wel aanwezig pleegt te zijn in verband met de opslag respectievelijk de frequentie waarmee een proces per jaar pleegt te worden toegepast;
  • de soort arbeid die met de kankerverwekkende of mutagene stof pleegt te worden verricht of waarbij het kankerverwekkende proces pleegt te worden toegepast;
  • het aantal werknemers dat aan een kankerverwekkende of mutagene stof of een kankerverwekkend proces pleegt te worden blootgesteld of kan worden blootgesteld;
  • de preventieve maatregelen die zijn genomen om de blootstelling van werknemers aan kankerverwekkende of mutagene stoffen of aan stoffen die vrijkomen bij kankerverwekkende processen te voorkomen of te minimaliseren;
  • de persoonlijke beschermingsmiddelen die worden gebruikt bij arbeid waarbij werknemers worden of kunnen worden blootgesteld aan kankerverwekkende of mutagene stoffen of aan stoffen die vrijkomen bij kankerverwekkende processen;
  • de gevallen waarin kankerverwekkende of mutagene stoffen of kankerverwekkende processen worden vervangen door stoffen of processen waarbij de werknemers niet of minder aan gevaar voor hun veiligheid of gezondheid worden blootgesteld.


6 Asbest
Indien er gewerkt wordt met asbest dient de concentratie van asbeststof in de lucht waaraan de werknemers in verband met de arbeid worden blootgesteld ten minste eenmaal in de drie maanden door middel van het nemen van monsters gemeten en voorts telkens wanneer zich een verandering in de werkmethoden en de omstandigheden van de blootstelling voordoet. Deze frequentie mag worden teruggebracht tot eenmaal per jaar, indien er geen verandering in de werkmethoden en de omstandigheden van de blootstelling heeft plaatsgevonden en uit de twee opeenvolgende voorafgaande metingen is gebleken dat de concentratie van asbeststof in de lucht niet meer bedroeg dan de helft van de in artikel 4.46 van het Arbobesluit genoemde grenswaarde.

7 Biologische agentia
Indien een werknemer wordt of kan worden blootgesteld aan een of meer specifiek bij zijn arbeid voorkomende of naar verwachting voorkomende biologische agentia, wordt, in het kader van de RI&E, de aard, de mate en de duur van de blootstelling beoordeeld teneinde het gevaar voor de werknemer te bepalen.  Indien sprake is van verschillende biologische agentia, wordt de beoordeling gebaseerd op het risico dat die biologische agentia in combinatie opleveren. Deze beoordeling geschiedt met inachtneming van met name:

  • de categorie of categorieën, waarin de biologische agentia waaraan werknemers kunnen worden blootgesteld, zijn ingedeeld;
  • informatie over ziekten die werknemers kunnen oplopen of al hebben opgelopen als gevolg van blootstelling aan biologische agentia;
  • mogelijke allergische of vergiftigingseffecten die de werknemers als gevolg van blootstelling aan biologische agentia ondervinden of kunnen ondervinden;
  • de resultaten van de arbeidsgezondheidskundige onderzoeken, bedoeld in artikel 4.91 van het Arbobesluit, alsmede de ziekten waarvan bekend is dat een werknemer hieraan lijdt en de medicijnen waarvan bekend is dat die door een werknemer worden gebruikt, een en ander in statistische, niet tot individuen herleidbare vorm;
  • de door een daartoe bevoegde instantie verstrekte aanbevelingen om het biologische agens onder controle te houden teneinde de gezondheid van de werknemers te beschermen wanneer de werknemers ten gevolge van hun werk aan een dergelijk agens worden of kunnen worden blootgesteld.

8 Beeldschermarbeid
In de RI&E dient aandacht besteed te worden aan de gevaren voor het gezichtsvermogen, de fysieke en psychische belasting.

9 Geluid
De geluidsniveaus waaraan de werknemers worden blootgesteld moeten worden beoordeeld en indien nodig gemeten.

10 Trillingen
De niveaus van de mechanische trillingen waaraan werknemers kunnen worden blootgesteld dienen te worden beoordeeld en indien nodig gemeten.

11 Arbeidsmiddelen
Bij de keuze van de arbeidsmiddelen die de werkgever ter beschikking stelt, wordt rekening gehouden met de uit de RI&E gebleken specifieke kenmerken van de arbeid, met de omstandigheden waaronder deze wordt verricht, met de op de arbeidsplaats al bestaande gevaren en met de gevaren die daaraan zouden kunnen worden toegevoegd door het gebruik van de desbetreffende arbeidsmiddelen.

12 Persoonlijke beschermingsmiddelen
Alvorens een persoonlijk beschermingsmiddel te kiezen maakt de werkgever, in het kader van de RI&E, een beoordeling van de uitrusting die hij voornemens is ter beschikking te stellen, teneinde na te gaan in hoeverre deze voldoet aan de in artikel 8.1 van het Arbobesluit.  Deze beoordeling omvat:

  • een risicoinventarisatie en -evaluatie van de gevaren die niet met andere middelen vermeden kunnen worden;
  • een omschrijving van de kenmerken die de persoonlijke beschermingsmiddelen moeten bezitten om de onder vermelde gevaren te kunnen ondervangen, rekening houdend met eventuele gevaarsbronnen die de persoonlijke beschermingsmiddelen zelf kunnen vormen;
  • een risicoinventarisatie en -evaluatie van de kenmerken van de betreffende persoonlijke beschermingsmiddelen die beschikbaar zijn, vergeleken met de hiervoor bedoelde kenmerken.

Samengevat
Wanneer bovenstaande gevaren of situaties aanwezig zijn in uw organisatie dienen de nadere inventarisaties uitgevoerd en opgenomen te worden in uw RI&E. Na het uitvoeren van deze nadere inventarisatie kunt u uw RI&E laten toetsen. De RI&E eerder laten toetsen heeft geen waarde. Helaas zie je veel RI&E’s waar niet alle nadere inventarisaties opgenomen zijn (soms toegevoegd in de RI&E aangeduid met nadere inventarisatie) en die toch getoetst zijn door een arbodienst.

Samenvatting risico's aanvullende inventarisaties

Werkwijze