Het derde deel in de serie Risico's die niet in de RI&E staan, gaat over de deskundigheidniveau van de preventiemedewerker. Wat dat niveau is, moet in de RI&E staan, maar vaak is dat niet het geval. Hoe bepaal je dan wat het deskundigheidniveau van de preventiemedewerkers zou moeten zijn?
Vanaf 1 januari 2006 moet ieder bedrijf een preventiemedewerker aanstellen. Bij kleine bedrijven met minder dan 25 medewerkers mag de directeur de functie van een preventiemedewerker (PM) vervullen. Als deskundige en voorzitter van de beroepsvereniging van Arbo adviseurs, wordt mij vaak gevraagd wat het deskundigheidsniveau (opleidingsniveau) en de tijdsbesteding van de interne preventiemedewerker (PM) moet zijn. Ik verwijs vaak naar de RI&E en vraag naar de taak- of functieomschrijving van de PM. Maar helaas, in de RI&E staat niets en een taakomschrijving is er vaak ook niet.
In de huidige Arbowet staat weinig over de deskundigheid van de werknemer(s) die de werkgever in het algemeen bijstaan bij zijn verantwoordelijkheden voor de preventie. De wet bepaalt de deskundigheid die vereist is bij (het toetsen van en adviseren over) de RI&E.
Het antwoord van het deskundigheidsniveau moet gevonden worden in de RI&E. Dat betekent dat in de RI&E aandacht moet worden besteed aan het deskundigheidsniveau van de interne preventiemedewerker(s).
Deskundigheidsniveau preventiemedewerker
Dit deskundigheidsniveau moet aansluiten op de risico’s in het bedrijf. Het deskundigheidsniveau moet worden getoetst en zonodig van een advies voorzien door een gecertificeerde deskundige, dan wel een deskundige dienst. Omdat het medezeggenschapsorgaan instemmingsrecht heeft met de RI&E, zijn ook de werknemers bij de vaststelling van het deskundigheidsniveau betrokken. Indien de werkgever het advies van de deskundige gevolgd heeft, zal de werkgever in het algemeen voldoen aan de wet.
De werkgever is niet verplicht het advies te volgen. Hij kan goede redenen hebben om daar van af te wijken. Indien de werkgever het deskundigheidsniveau van de interne preventiemedewerker lager heeft gesteld dan het advies van de gecertificeerde deskundige, moet het bedrijf dit kunnen argumenteren. De inspecteur van SZW kan hier vragen over stellen en eventueel aanvullingen op de deskundigheid en uitbreiding van het bestedingstijd eisen.
Typen preventiemedewerkers
Maar wat als u, zoals vele andere organisaties, geen advies heeft gehad van de deskundige die uw RI&E heeft uitgevoerd?
Bedrijven in Nederland variëren aanzienlijk in onder meer grootte en risicoprofiel. In het verlengde hiervan varieert ook de benodigde inzet, kennis en kunde van preventiemedewerkers in de bedrijven. Door die verschillen is het onmogelijk om te spreken van één type preventiemedewerker die bepaalde kennis en kunde moet hebben voor het uitvoeren van de taken. Er is een grote diversiteit aan preventiemedewerkers met verschillende behoeften.
Tot op heden zijn er weinig tools om het deskundigheidsniveau en de tijdsbesteding van de PM te bepalen. Het Stecr-Leidraad uit 2005 geeft een indeling van typen preventiemedewerkers die nuttig kan zijn om verder te verfijnen.
De indeling van het minimale werk- en denkniveau is afhankelijk van twee factoren, te weten de risico-omvang (de risico´s uit de RI&E) en de grootte van de onderneming. Dit laatste wordt uitgedrukt in het aantal werknemers. Er worden drie niveaus onderscheiden.
1. Basisniveau preventiemedewerker zonder nadere niveauaanduiding
2. Middelbaar niveau preventiemedewerker, minimaal MBO werk- en denkniveau
3. Hoger niveau preventiemedewerker, minimaal HBO werk- en denkniveau