Blauwdruk RI&E Biologische agentia

Inleiding

Blootstelling aan infectieuze agentia blijft binnen het werkveld van de arbeidshygiëne vaak een complex werkgebied. Goede (gevalideerde en gestandaardiseerde) meetmethoden ontbreken vaak en gezondheidskundige grenswaarden zijn in geen enkel geval beschikbaar. Het is dus lastig om een goede risicobeoordeling te maken voor beroepen waarbij blootstelling aan infectieuze agentia relevant is.


In veel gevallen moet een risicoanalyse worden gemaakt op basis van ‘expert judgement’. De aard van de blootstelling moet dan worden vastgesteld op basis van de literatuur. De mate van blootstelling kan worden bepaald op basis van contextuele informatie, zoals een inschatting hoe vaak een bepaald agens ergens voor kan komen, hoe en hoe vaak een werknemer met zo’n bron contact kan hebben, of dat contact van belang is met het oog op de relevante transmissieweg van het agens, en welke maatregelen er bestaan om de kans op besmetting te verkleinen. De weging van al deze informatie in het uiteindelijke risicooordeel kan op verschillende manieren gebeuren, maar is tot op heden nog maar heel beperkt verwerkt in gestandaardiseerde methodieken.

Voorgeschiedenis
In 2000 heeft een gezamenlijke werkgroep van de Nederlandse Vereniging van Arbeidskundigen (NVvA) en de Nederlandse Vereniging van Veiligheidskundigen (NVVK) een methodiek ontwikkeld voor het inventariseren en evalueren van risico’s met betrekking tot biologische agentia in de gezondheidszorg, specifiek binnen ziekenhuizen. Voor andere beroepen was dit RI&E instrument echter minder geschikt.

Ontwikkeling nieuwe methode
In 2012 is in opdracht van het Productschap Pluimvee en Eieren een RI&E biologische agentia uitgevoerd in pluimveeslachterijen, met als voornaamste doel het invullen van het onderwerp biologische agentia in de arbocatalogus van deze branche. Hierbij is een nieuwe methodiek ontwikkeld om de RI&E voor infectieuze agentia in te vullen. Een belangrijk uitgangspunt hierbij is dat een procesanalyse wordt gemaakt, en alle taken/handelingen met potentiële blootstelling worden geïdentificeerd en volgens een vast stramien worden gescoord. Het instrument berekent vervolgens een score voor de potentiële blootstelling via de inhalatoire , dermale en orale route. Deze score wordt lager naarmate er meer maatregelen zijn genomen om de blootstelling te verlagen. Bij de totstandkoming van deze scores zijn enkele elementen overgenomen van beschikbare blootstellingmodellen, zoals bijvoorbeeld ART en stoffenmanager, maar aangevuld met een aantal kenmerken die specifiek zijn voor infectieuze agentia. Een voorbeeld van dat laatste is een manier om hygiëneprotocollen te beoordelen en te wegen voor de orale opnameroute. Eindpunt van de analyse van de blootstelling is dat voor elke taak/handeling een blootstellingscore wordt uitgerekend mét of zonder maatregelen. Die blootstellingscore zegt op zich nog niets over het risico. Het risico wordt namelijk pas relevant indien:

  • er contact is met een materiaal (of procesmateriaal) waar een infectieus agens in kan zitten;
  • het contact met het materiaal ook plaats vindt op een wijze die relevant is voor dat specifieke agens (de relevante transmissie route).

In andere werkbladen van het RI&E-instrument wordt daarom:

  • een opsomming gemaakt van de relevante agentia voor de pluimvee slachterijen;
  • een hazard score gegeven aan elk agens (vooralsnog op basis van de wettelijke indeling in 4 categorieën);
  • de relevante transmissieweg per agens benoemd;
  • een opsomming gemaakt van de relevante procesmaterialen waarmee werknemers in aanraking kunnen komen en welk agens relevant is voor elk van deze procesmaterialen.

 

Op basis van al deze informatie berekent het RI&E-instrument een risicoscore die door middel van een kleurcodering (rood, oranje, geel, groen) wordt weergegeven. In het RI&E-instrument kunnen vervolgens aanpassingen worden gedaan om te kijken welk type maatregelen nodig is om het risico verder te reduceren, bijvoorbeeld of het hygiëneprotocol verder moet worden aangescherpt of dat juist het dragen van handschoenen een relevante oplossingsrichting kan zijn.


Bruikbaarheid in de praktijk
Met het instrument is het gebleken dat een moeilijk onderwerp als biologische agentia binnen de pluimveeslachterijen goed transparant kan worden gemaakt voor zowel werkgevers als werknemers met acceptatie van beoordeling en oplossingsrichting van alle partijen.
Het ministerie van SZW heeft dit project mede gefinancierd, met als doel de nieuwe RI&E-methodiek algemeen beschikbaar te maken voor andere branches en voor andere arboprofessionals. Om die reden is er een tweede MS-Excel instrument gemaakt die breder kan worden toegepast. De (reken)methodiek is identiek aan de RI&E voor de pluimveeslachterijen, maar de procesanalyse is eruit gehaald en moet specifiek worden gemaakt voor de nieuwe situatie. De nieuwe methode is met name bruikbaar voor procesgebonden bedrijfstakken en activiteiten.


Het nieuwe instrument heet de Blauwdruk RI&E Biologische agentia. Een korte inleiding op het instrument is hier te vinden. Ook zal het instrument binnenkort worden geplaatst op de website van het NKAL (www.nkal.nl). De onderbouwing van de methode zal worden gepubliceerd in het Tijdschrift voor toegepaste Arbowetenschap (TtA), waarvoor een manuscript in voorbereiding is.

Bron: Kennissyteem infectieziekten en arbeid (KIZA)

Werkwijze