Risicobeperkende maatregelen

Praktische tips over het maken van een RI&E
RI&E, RIE

Moeten in een RI&E ook alle zaken die wél op orde zijn, in kaart gebracht worden en voorzien van de risicobeperkende maatregelen? Een discussiepunt bij menige risico-inventarisatie en -evaluatie is of alle zaken die goed op orde zijn en de bijbehorende risicobeperkende maatregelen óók beschreven moeten worden.

De Arbowet zegt hierover in artikel 5 lid 1:

Bij het voeren van het arbeidsomstandighedenbeleid legt de werkgever in een inventarisatie en evaluatie schriftelijk vast welke risico's de arbeid voor de werknemers met zich brengt. Deze risico-inventarisatie en -evaluatie bevat tevens een beschrijving van de gevaren en de risico-beperkende maatregelen en de risico's voor bijzondere categorieën van werknemers.

Het gaat hierbij om het laatste deel van deze zin ‘een beschrijving van de risico-beperkende maatregelen’.

Maar hoever gaan we hierin?
Wanneer we dit letterlijk nemen, ontstaan er kolossale RI&E-boekwerken. Immers, in elk bedrijf zijn al vele risicobeperkende maatregelen genomen. Zowel in preventieve zin als in repressieve zin zijn beide kanten van de bow-tie afgedekt.

In preventieve zin wordt voldaan aan de regelgeving, zoals bouwwetgeving, arbowetgeving, PGS-voorschriften en tal van normen. Er zijn vele bouwkundige, technische en organisatorische maatregelen genomen om de risico’s in preventieve zin te beperken (de linkerkant van de bow-tie).

In repressieve zin: als er toch iets fout gaat, is er detectie, zijn er brandmelders, is er een alarmprocedure, zijn er bedrijfshulpverleners en anderen die voorkómen dat een ongewenste begingebeurtenis kan uitgroeien tot een fataal ongeval of catastrofe (de rechterkant van de bow-tie).

Soms is er een heel veiligheidsmanagementsysteem operationeel en is dat bovendien voorzien van allerlei certificaten. Al deze zaken beschrijven in de RI&E, is nooit de bedoeling van de Europese richtlijn geweest. De tekst in de Nederlandse wetgeving hierover (zie boven) is daarmee veel te stellig.

Voorkom dikmakers
Neem een willekeurige kantoorruimte: het heeft geen enkele toegevoegde waarde om precies in de RI&E te gaan beschrijven hoe de plafondplaten in die ruimte bevestigd zijn om te voorkómen dat deze naar beneden vallen, wat de draagkracht van de vloer is, welke lijmsoorten bij de vloerbedekking zijn gebruikt om te voorkomen dat deze opkrult, hoe de elektrische veiligheid bij de wandcontactdozen is gezekerd, hoe de belastbaarheid is van het meubilair, hoe de sterkte van de scharnieren van de deuren is enzovoort.

Hetzelfde geldt eigenlijk ook voor de meer gangbare arbeidsrisico’s die wel in orde bevonden zijn. In veel RI&E-rapportages(en branche-instrumenten) worden daar volle pagina’s aan gewijd met onderaan de constatering dat de risico’s beheerst zijn. Allemaal dikmakers van de RI&E-rapportage waarmee niets gedaan hoeft te worden. Erger nog: het leidt de aandacht af van zaken die wel belangrijk zijn en maken de rapportages ontoegankelijk en soms bijna onleesbaar. Beter is het de zaken die op orde zijn of niet van toepassing zijn, zeer kort in een onderwerpenlijstje te vermelden (als teken dat er wel naar gekeken is).

Borging risicobeperkende maatregelen
Wat wel zeker toegevoegde waarde heeft, is om de risicobeperkende maatregelen te beschrijven van de zaken die anders tot zeer grote risico’s zouden leiden wanneer deze maatregelen er niet zouden zijn of wanneer deze falen. Met name de borging van deze risicobeperkende maatregelen beschrijven is nuttig, eigenlijk zelfs essentieel. Immers, als die borging er niet is, kunnen er grote risico’s ontstaan en bijgevolg fatale incidenten optreden. Als het toch fout gaat, hangt veelal niet het leven van de betreffende medewerker ervan af, maar ook de levens van anderen.

Voorbeelden van deze zaken zijn de borging:

  • dat bij inkoop altijd naar veiligheidsaspecten van de aan te schaffen materialen wordt gekeken;
  • van de periodieke keuring van veiligheidsbarrières bij machines en andere arbeidsmiddelen met grote gevaarsaspecten (zware machines, productielijnen, hoogwerkers, liften enz.);
  • van overdruk- of juist een onderdrukventilatie in geval van buiten sluiten of juist binnen houden van gevaarlijke stoffen, micro-organismen of radioactieve stoffen;
  • van de werking van essentiële afzuigsystemen, zoals zuurkasten en biohazardkasten;
  • van de werking van detectiesystemen in ruimtes waar met gevaarlijke stoffen wordt gewerkt;
  • van de periodieke controle van categorie 3-persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals onafhankelijke adembescherming;
  • van een aanspreekcultuur in de operatiekamers van ziekenhuizen, in cockpits van vliegtuigen en in bestuurscabines op schepen;
  • maatschappelijk van belang: van de psychische stabiliteit van piloten;
  • van adequaat optreden van de bedrijfshulpverleningsorganisatie bij verschillende scenario’s.

Voor deze grotere risico’s moeten de barrières (vangnetten) die hier omheen zijn aangebracht, periodiek – maar zeker ook tijdens de RI&E – gecheckt worden. Dan is juist een verdieping en een goede beschrijving in de RI&E van de borging van deze risicobeperkende zaken wel nuttig.

Dit artikel is eerder gepubliceerd op riemaken.

Implementatie