Hoe geef je praktisch invulling aan een gevaarlijke stoffenbeleid?

Een werkgever is verantwoordelijk voor een veilig en gezond werkklimaat. Hier valt ook het werken met gevaarlijke stoffen onder. Maar welke producten vallen onder de regelgeving van gevaarlijke stoffen en hoe breng je het gevaarlijke stoffenbeleid precies in kaart?

Is dat nou echt nodig?

“We hebben toch helemaal geen gevaarlijke stoffen in huis. Waarom moeten we dan een gevaarlijke stoffenbeleid hebben?"
Ik antwoord dat als er stoffen staan met een pictogram (gevaarsymbolen) er gewerkt wordt met gevaarlijke stoffen of gevaarlijke stoffen aanwezig zijn. Dat hoort dan terug te komen in de RI&E.
“Dat is toch onzin? Die spullen heb ik thuis gewoon in mijn keukenkastje staan. En als het gewoon in het supermarkt verkocht mag worden is het toch niet gevaarlijk?”

Een dergelijk gesprek is vast herkenbaar. Het komt regelmatig terug tijdens de uitvoering van een RI&E. Wanneer moet je nou aandacht besteden aan gevaarlijke stoffen in de RI&E? Als je een fles schoonmaakmiddel in het aanrechtkastje hebt staan van de kantine? Of ovenreiniger in de keuken van een woongroep? Of hoeft het dan nog niet?
Het antwoord is dat, ondanks dat sommige producten gewoon in de supermarkt of bij de bouwmarkt te koop...