In 2020 zal het personeelsbestand van organisaties voor 30% uit flexkrachten bestaan. Op dit moment is dat 25%. Dit blijkt uit een onderzoek van TNO onder 900 ondernemingen in opdracht van de ABU (Algemene Bond Uitzendondernemingen). Het blijkt dat met name organisaties die al gebruikmaken van flexkrachten dit de komende jaren gaan intensiveren. Overall gezien is er sprake van een duidelijke groei in vrijwel alle sectoren. Opvallend is dat flexkrachten nu vaker voor specifieke kennis worden ingehuurd dan alleen voor de traditionele piek/ziek-opvang.
Ruim een derde van de onderzochte bedrijven geeft aan dat ze groei van flexibele contracten voorziet in de komende jaren. Zo’n 25% geeft aan te verwachten dat het vaste contract zal afnemen. De grootste groei in flexibele contracten wordt verwacht in tijdelijke contracten, gevolgd door uitzendkrachten/gedetacheerden, oproepcontracten en samenwerking met zzp’ers. In bijna alle sectoren wordt groei verwacht met name in de financiële dienstverlening, zakelijke dienstverlening, overheid en onderwijs en in zorg en welzijn.
Grote gevolgen
Uit het onderzoek blijkt ook dat bedrijven en organisaties over de gehele linie flexibeler zijn geworden. Werkprocessen worden flexibeler, de inzetbaarheid wordt flexibeler en de houding van het personeel wordt flexibeler. Jurriën Koops, directeur van de ABU: “Dit heeft grote gevolgen. Als straks één op de drie werkenden flexibel aan de slag is, dan moeten wij met z’n allen goed nadenken hoe we Nederland hierop inrichten. We moeten ons sociale stelsel aanpassen aan die veranderende arbeidsmarkt in plaats van andersom. Dat heeft consequenties voor de inrichting van pensioenen, opleidingsfaciliteiten, sociale zekerheid en cao’s. Daarbij moet niet langer de vaste arbeidsrelatie als uitgangspunt gelden, maar moet de werkende centraal staan.”
Kennis
Uit het onderzoek blijkt dat flexwerkers naast dat ze worden ingezet voor het opvangen van pieken in het werk, steeds vaker worden ingezet omdat er specifieke kennis ontbreekt. Kennis die niet permanent beschikbaar hoeft te zijn en prima op projectbasis kan worden ingehuurd. Koops: “Mijn conclusie is relatief simpel. De organisatie van werk wordt anders en flexwerk is straks de norm. Kennis flexibel inzetten en inkopen gaat de komende jaren een vlucht nemen. Bedrijven moeten zich continu aanpassen aan een veranderende marktvraag. Dat maakt dat bedrijven zich flexibel moeten kunnen opstellen.”
Kansen voor de HR-diensten
De groei van flexibiliteit biedt kansen voor aanbieders van flexibiliteit. Bedrijven en organisaties gaan steeds strategischer om met hun HR-beleid. Ruim een vijfde van de bedrijven die nu geen andere diensten afnemen, ziet kansen voor HR- diensten (werving en selectie, mobiliteit, training en opleiding), social-return, payroll en outsourcing. Uit het onderzoek blijkt ook dat nog veel bedrijven beter gebruik kunnen maken van een flexbedrijf als partner in strategische personeelsplanning. Daarbij gaat het niet alleen over de personeelbezetting maar ook over zaken als flexibele roosters en duurzame inzetbaarheid, onder andere door opleidingen. Uitzenders worden daarmee steeds belangrijker als organisatoren van werk.
Download hier het complete onderzoek De toekomst van Flex, een onderzoek naar flexstrategieën van Nederlandse bedrijven.
Bron: ABU