Zorg voor voldoende ventilatie in uw bedrijf

Ventilatie van binnenruimtes krijgt meer aandacht in de strijd tegen verspreiding van het coronavirus. Werkgevers zijn volgens de Arbowet verantwoordelijk voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden. Hoe zorgt u dat de werkplekken van uw werknemers goed geventileerd worden?

In Nederland zijn er geen uitbraken van het coronavirus bekend waarbij de luchtverversing in gebouwen een hoofdrol speelde. In het Bouwbesluit staan eisen waar (beheerders van) gebouwen aan moeten voldoen. Hierin staan ook eisen voor luchtverversing. Dit verkleint verspreiding van ziekteverwekkers die luchtweginfecties veroorzaken, zoals het coronavirus.

Is de ruimte goed te ventileren?

Een goed functionerend ventilatiesysteem is geen onderdeel van een verwarmings- of koelsysteem. Het voert verse lucht naar binnen of voert verontreinigde binnenlucht af, of een combinatie daarvan. Daarnaast zijn de gebruiksfunctie van de ruimte, de gebruiksoppervlakte, het aantal aanwezige personen en de verblijfsduur van de aanwezige personen van invloed op de luchtcirculatie in een ruimte.

Per 19 juli 2021 geldt weer het advies om thuis te werken tenzij het echt niet anders kan. Wanneer dit advies weer vervalt, is het belangrijk om als werkgever een veilige werkomgeving aan werknemers te bieden. Bij gedeeltelijk thuiswerken keert niet iedereen tegelijk terug naar bijvoorbeeld kantoor. Hierdoor is de anderhalve meter afstand op de werkplek makkelijker na te leven. Maar onder bepaalde omstandigheden kan besmetting ook plaatsvinden via virusdeeltjes in de lucht. In gebouwen is daarom voldoende ventilatie nodig.

Nadelige invloed

Het wijd openzetten van de ramen lijkt een makkelijke oplossing voor ventilatie, maar is geen optie op de lange termijn. Volgens de eisen mag de luchtverversing geen nadelige invloed hebben op de gezondheid van mensen. Bij lagere temperaturen en in de winter is urenlang kantoorwerk met open ramen en deuren niet bevorderlijk voor de gezondheid. Bij luchtverversing is afvoer van ‘oude’ lucht en rechtstreekse toevoer van verse buitenlucht nodig.

Bron: Rijksoverheid