Van wagenziekte naar zelfrijdende-autobewegingsziekte
Auto’s krijgen steeds meer ondersteunende functies bij het rijden: van het automatisch aanpassen van de snelheid en de afstand tot binnen de lijnen van de rijbaan te blijven. Met de opkomst van zelfrijdende auto’s verandert ook het type bewegingsziekte. Van wagenziekte, waar vooral passagiers last van hebben, gaan we naar zelfrijdende-autobewegingsziekte. Deze zogenoemde cybersickness ontstaat wanneer je in een zelfrijdende auto zit.
Passagiers die lezen in een rijdende auto zijn met hun ogen op de tekst gefocust, terwijl het voertuig waarin zij zitten druk heen en weer beweegt. Door die dubbele informatie kunnen de hersenen van slag raken en kan wagenziekte ontstaan. Weinig bestuurders hebben last van een bewegingsziekte. Zij weten namelijk wat voor beweging de auto gaat maken en kijken de meeste tijd ver vooruit.
Wagenziekte komt meer voor bij passagiers
Uit een enquête blijkt dat bijna de helft van de respondenten ziek wordt op de achterbank, tegenover ruim 1 op de 3 mensen die voorin de auto zit. Ook is er een duidelijk verschil tussen bestuurder en passagiers: 1 op de 6 bestuurders hebben last van bewegingsziekte.
Naar verwachting heeft straks 60 procent van de inzittenden van alle zelfrijdende auto’s last van wagenziekte. ‘Passagiers zullen bezig zijn met hele andere dingen, met name virtueel vermaak’, zegt professor Jelte Bos, onderzoeker van bewegingsziekte en desoriëntatie bij TNO. Tijdens een rit in een autonome auto kan er bijvoorbeeld een film gekeken worden. Voor autobestuurders gaat dit eveneens gelden, aangezien zij hun taak aan de auto zelf overlaten en zo ook passagier worden.
Zelfrijdende-autobewegingsziekte
Het begrip wagenziekte lijkt plaats te moeten maken voor zelfrijdende-autobewegingsziekte volgens Bos. ‘Bewegende kunstmatige beelden veroorzaken deze bewegingsziekte, zelfs wanneer de kijker volledig stil zit. Chauffeurs die geen last hebben van bewegingsziekte tijdens het rijden, kunnen hier wel gevoelig voor zijn wanneer ze als passagier in een zelfrijdende auto zitten. Dit vanwege het gebrek aan controle over het voertuig.’
Bij TNO wordt onderzoek gedaan naar het vaststellen van de mate bewegingsziekte die iemand ervaart. Dat gebeurt door te kijken naar de lichamelijke reacties zoals een verandering in ademhaling, hartslag of huidtemperatuur. Deze kennis is nuttig voor de ontwikkeling van zelfrijdende auto’s waarbij de auto weet waar inzittenden misselijk van kunnen worden. De auto zou eigenlijk moeten gaan rijden zoals mensen deze nu besturen. Als je zou weten welke autobewegingen wel en welke niet misselijkmakend zijn, dan kan je de automatische besturing van die zelfrijdende auto zo aanpassen om misselijkmakende bewegingen te voorkomen.
Bron: TNO