Strafrecht bij een bedrijfsongeval
De Arbowet wordt grotendeels bestuursrechtelijk gehandhaafd. Onder omstandigheden kan een bedrijf echter ook te maken krijgen met het strafrecht en (dus) de Officier van Justitie (OvJ). Dit zal vooral het geval zijn bij (ernstige) bedrijfsongevallen. Hoe gaat een strafrechtelijke vervolging in zijn werk bij een bedrijfsongeval?
De Arbowet bevat algemene rechten en plichten voor werkgevers en werknemers om de gezondheid, de veiligheid en het welzijn van werknemers (en zzp’ers) te bevorderen. Doel is om ongevallen en ziekten, veroorzaakt door het werk, te voorkomen.
De Inspectie SZW is belast met de (bestuurlijke) handhaving van de Arbowet. Op grond van de ‘Aanwijzing handhaving Arbeidsomstandighedenwet’ is het strafrecht alleen gereserveerd voor ernstige overtredingen van de bepalingen in de Arbowet. Deze bepalingen moeten daarnaast zijn aangewezen als economische delicten in de zin van de Wet op de Economische Delicten (WED).
Artikel 32 Arbowet
In de praktijk zal vaak artikel 32 van de Arbowet vaak als ‘kapstok’ dienen voor vervolging via het strafrecht. In dit artikel wordt het in strijd met de Arbowet handelen of nalaten strafbaar gesteld als daardoor levensgevaar of ernstige schade aan de gezondheid van één of meer werknemers ontstaat of te verwachten is.
Indien opzettelijk begaan levert overtreding van artikel 32 Arbowet een misdrijf op. Zo niet, dan is sprake van een overtreding. Het is uiteraard niet de bedoeling dat de Inspectie of OvJ voor de voeten wordt gelopen tijdens het (strafrechtelijk) onderzoek. Aan de andere kant is het voor een bedrijf juist slim ook zelf ook een onderzoek te hebben gedaan. Zodat dit, mocht het tot strafrechtelijke vervolging komen, tegenover het onderzoek van de Inspectie gezet kan worden.
Opzet
Opzet is een juridisch (container)begrip. Er bestaan verschillende gradaties opzet. De ondergrens is de zogenaamde ‘voorwaardelijke opzet’: dit betekent dat een werkgever bewust (hierin zit de opzet) de aanmerkelijke kans moet hebben aanvaard dat niet conform artikel 32 van de Arbowet gehandeld werd.
Voor ‘normale’ overtreding van artikel 32 van de Arbowet is voldoende als bewezen wordt dat de werkgever ‘redelijkerwijs moest weten’ dat levensgevaar of ernstig gevaar voor werknemers kon ontstaan of zelfs te verwachten was. Het ‘redelijkerwijs moeten weten’ kan bijvoorbeeld bewezen worden als er al eerder gewaarschuwd is door bijvoorbeeld personeel, derden of de Inspectie SZW zelf.
Opsporing en vervolging
De Inspectie SZW is belast met de handhaving van de Arbowet. In de praktijk zal de politie vaak als eerste ter plaatse zijn wanneer een ernstig bedrijfsongeval heeft plaatsgevonden. De Aanwijzing Handhaving Arbowet schrijft voor dat de politie in afwachting van de komst van de inspecteur van de Inspectie SZW alvast begint met een strafrechtelijk onderzoek om te voorkomen dat bijvoorbeeld sporen verloren gaan of getuigen verdwijnen.
Als er sprake is van een arbeidsongeval met een dodelijke afloop dan heeft de Officier van Justitie de regie over het (strafrechtelijk) onderzoek.
Wanneer er sprake is van een arbeidsongeval met zwaar lichamelijk letsel (blijvend letsel of een ziekenhuisopname) ligt het primaat van de opsporing bij de Inspectie SZW. De Inspectie SZW onderzoekt dan of er aanwijzingen zijn van een strafrechtelijke overtreding. Wanneer de Inspectie van mening is dat dit zo is, wordt dit direct gemeld aan de Officier van Justitie die dan verder leiding geeft aan het onderzoek.
Wanneer het Openbaar Ministerie beslist om een zaak niet (verder) strafrechtelijk te vervolgen bekijkt de Inspectie SZW vervolgens of de zaak in bestuursrechtelijk opzicht een vervolg dient te krijgen. Het is namelijk zo dat op grond van artikel 5:44 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een keuze gemaakt dient te worden (twee sporen): de bevoegdheid tot strafvervolging vervalt wanneer een bestuurlijke boete is opgelegd. Andersom vervalt de bevoegdheid van een bestuurlijke boete wanneer de Officier van Justitie heeft besloten de zaak voor de rechter te brengen.
Wie is de verdachte?
In het geval van een ernstige overtreding van de bepalingen van de Arbowet (in de regel een ongeval met dodelijk of zwaar lichamelijk letsel) zal dus de zaak in beginsel door de Officier van Justitie onderzocht worden. De Officier bepaalt wie er als verdachte wordt aangemerkt. Dat zal vaak het bedrijf als rechtspersoon zijn (bijvoorbeeld NV of BV), maar onder omstandigheden kunnen ook de feitelijk leidinggevende of opdrachtgever verdacht zijn (bijvoorbeeld bij recidive waardoor deze persoon een verwijt kan worden gemaakt).
Strafrechtelijke afdoeningsmogelijkheden
Er zijn drie verschillende afdoeningsmogelijkheden mocht er een strafrechtelijk vervolging plaatsvinden:
- (Voorwaardelijk) seponeren
Ten eerste is dat het (voorwaardelijk) seponeren van de zaak. Dit houdt in dat de Officier van Justitie besluit om het strafbare feit niet verder te vervolgen. - Transactie of strafbeschikking
Ten tweede is dat het buitengerechtelijke afdoen door middel van een transactie of strafbeschikking. - Uitbrengen van een dagvaarding
Ten derde het uitbrengen van een dagvaarding. In dat geval zal een rechtszaak plaatsvinden waarbij de rechtbank zich buigt over de vraag of het bedrijf (of natuurlijke persoon) een strafrechtelijk verwijt gemaakt kan worden en over een eventueel op te leggen straf zal oordelen. In de meeste gevallen zal het OM besluiten om over te gaan tot dagvaarden, maar dat hoeft dus niet altijd het geval te zijn.
Welke straf kan opgelegd worden?
In het Nederlandse strafrecht zijn in de wet maximale straffen bepaald. Deze maximumstraffen zijn de bovengrens voor de rechter bij het bepalen van de straf. Hieronder zijn de maximale straffen weergegeven voor overtreding van artikel 32 van de Arbowet, zowel de niet-opzettelijke als de opzettelijke variant (wat dus behoorlijk kan uitmaken).
Opzettelijke overtreding zorgt ervoor dat een hogere boete opgelegd kan worden door de rechter. Verder zijn voor rechtspersonen de boetes hoger dan voor natuurlijke personen en een ander verschil is dat alleen een natuurlijke persoon een gevangenisstraf opgelegd kan krijgen (wat voor zich spreekt).
Strafbaar feit | Natuurlijke persoon | Rechtspersoon |
Art 32 Arbowet | Gevangenisstraf 1 jaar/taakstraf/geldboete 4de categorie (€20.500) | Geldboete 5de categorie (€82.000) |
Art. 32 Arbowet (opzettelijk gepleegd) |
Gevangenisstraf 6 jaren/taakstraf/geldboete 5de categorie (€82.000) | Geldboete 6de categorie (€820.000) of 10% van de jaaromzet |
Aantal dodelijke arbeidsongevallen
Het aantal geregistreerde slachtoffers van dodelijke arbeidsongevallen daalt van 70 in 2016 naar 50 in 2017. Het aantal dodelijke slachtoffers van arbeidsongevallen beweegt al jaren binnen de bandbreedte van 50 tot 70 per jaar. (Bron: Staat van Arbeidsveiligheid, Inspectie SZW)
2000 onderzoeken naar arbeidsongevallen
Jaarlijks worden er ruim 2000 arbeidsongevallen onderzocht door de Inspectie SZW (waaronder ook een groot aantal niet-dodelijke). De meeste ongevallen vinden plaats in de industrie, gemiddeld zo’n 600 per jaar en het betreft vooral jongeren in de leeftijdscategorie 15 tot en met 24 jaar. Dit blijkt uit de ongevalsanalyse die de Inspectie SZW heeft verricht: https://www.inspectieszw.nl/binaries/inspectieszw/documenten/rapporten/2016/01/01/klachten-en-ongevallen-2015/Klachten-en-ongevallenrapport-2015.pdf.
Meer informatie:
https://www.rivm.nl/Onderwerpen/V/Veilig_Werken/Feiten_en_cijfers_over_arbeidsongevallen