Huisartsen en bedrijfsartsen kunnen nog beter samenwerken. Ze opereren ieder nog vooral in hun eigen domein, vanuit hun verschillende belangen en behandeldoelen. De huisarts is gericht op de gezondheid van zijn patiënt en kijkt niet altijd naar het werk dat iemand doet. De bedrijfsarts kijkt daar wel naar en ziet ook het bedrijfsbelang.
Werken is gezond, maar kan soms ook minder goed of schadelijk voor de gezondheid zijn. De bedrijfsarts kan bij ziekte en verzuim aangeven wat een werknemer nog verantwoord kan doen, en zo helpen bij herstel en hervatting van werk. Een goede werkgever zal graag investeren in de gezondheid van zijn werknemers en de bedrijfsarts raadplegen voor advies. Maar elke werknemer heeft ook een huisarts. En dus kan het voorkomen dat de huisarts een ander advies geeft dan de bedrijfsarts, en hun adviezen niet geheel op elkaar zijn afgestemd. Met de vergrijzing in zicht en de noodzaak om langer door te werken, ligt hier een aangrijpingspunt voor verbetering. De ministeries van VWS en SZW hebben het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) gevraagd het onderzoek naar de samenwerking tussen huisartsen en bedrijfsartsen op een rij te zetten en aan te vullen.
Efficiënter en meer gericht
“Door structureel contact tussen huisartsen en bedrijfsartsen kunnen beiden efficiënter en gerichter een diagnose stellen en gerichter behandelen”, schetst NIVEL-programmaleider Ronald Batenburg het ideale plaatje. “De huisarts krijgt bijvoorbeeld inzicht in (vage) klachten die met het werk te maken kunnen hebben. En de bedrijfsarts zou dan meer een rol kunnen spelen bij de behandeling en het voorkomen van gezondheidsproblemen van werknemers, dan primair op het ziekteverzuim gericht te zijn. Bijvoorbeeld, bij schouderklachten die veroorzaakt worden door het werk, helpen oefeningen, maar kan ook aanpassing van de werkomstandigheden met hulp van de bedrijfsarts wenselijk zijn. En ook bij een burn out is een patiënt gebaat bij goed overleg tussen huisarts en bedrijfsarts.”
Verschillende belangen
Huisarts en bedrijfsarts hebben nog te veel verschillende belangen en behandeldoelen. De huisarts is gericht op zijn patiënt, de bedrijfsarts is er voor de werknemer maar adviseert ook de werkgever. De huisarts wordt betaald uit de zorgverzekering en heeft vooral aandacht voor de algemene gezondheid van een patiënt. De bedrijfsarts wordt betaald door bedrijven en is gericht op de gezondheid van werknemers in relatie tot arbeid. Huisartsen twijfelen soms aan de onafhankelijke positie van de bedrijfsarts, hoewel dit wantrouwen wel is afgenomen. Daarbij komt dat huisarts en bedrijfsarts doorgaans niet met elkaar in contact komen: ze kennen elkaar en elkaars patiënten meestal niet.
Tanende populariteit
Een andere oorzaak van het samenwerkingsprobleem ligt in de tanende populariteit van het beroep van bedrijfsarts. Een bedrijfsarts heeft een vierjarige specialisatie sociale geneeskunde afgerond en moet om de vijf jaar zijn herregistratie aanvragen. Batenburg: “Nu er steeds minder bedrijfsartsen worden opgeleid, komt de vraag naar boven of zij nog wel dezelfde rol binnen de arbocuratieve zorg moeten blijven vervullen. Dat zal ook bepalend zijn voor de samenwerking tussen huisarts en bedrijfsarts.”
Aanbevelingen
Om de samenwerking tussen huisartsen en bedrijfsartsen ook op dit moment te verbeteren, zien de onderzoekers een aantal mogelijkheden. Batenburg: “Maak over de verschillende domeinen heen de winst van de ‘arbocuratieve samenwerking’ – de samenwerking tussen huisarts en bedrijfsarts – beter zichtbaar. Dat is minder ziekteverzuim en langere arbeidsparticipatie, doordat zij elkaars expertise aanvullen en daarmee zowel de kwaliteit van leven als het werk van patiënten en werknemers kunnen verbeteren. Maak samenwerking ook praktisch gezien aantrekkelijker en makkelijker, bijvoorbeeld door meer informatie-uitwisseling via ICT. Het is goed dat verschillende partijen zich nu gezamenlijk verantwoordelijk voelen en het Ministerie van VWS en SZW daarin samen optrekken. Het recent uitgebrachte advies van de Sociaal Economische Raad (SER) is ook een belangrijke stap. Daarbij blijft het belangrijk nieuwe initiatieven en de toekomst voor arbocuratieve samenwerking te monitoren en evalueren.”
Onderzoek
Het NIVEL zette informatie uit bestaande rapporten over de samenwerking tussen huisartsen en bedrijfsartsen op een rij. Daarop voortbouwend werd een rondgang gemaakt langs verschillende brancheverenigingen, werkgevers- en werknemersverenigingen, verzekeraars, patiëntenverenigingen en een adviesbureau om zo breed mogelijk naar de problematiek te kijken. Daarnaast zijn ook een aantal bedrijfsartsen en huisartsen in een online focusgroep gevraagd wat zij zelf als knelpunt én oplossing zien.
Het rapport is hier als download beschikbaar.
Bron: NIVEL