Casuïstiek
Langdurige blootstelling aan schadelijk geluid of impuls geluid zoals bij ontploffingen of storingen in communicatieapparatuur kunnen leiden tot beroepsslechthorendheid en tinnitus.
Gymdocent met fors gehoorverlies
Een 60 jarige gymdocent heeft zich met klachten van oververmoeidheid en ernstig oorsuizen arbeidsongeschikt gemeld. Nader onderzoek toont fors gehoorverlies aan. De geconsulteerde bedrijfsarts laat verdiepend onderzoek uitvoeren naar de akoestiek van de lokalen waar de heer zijn lessen geeft. De nagalm verschilt per lokaal. In één lokaal, een nieuwe in een bijgebouw, is akoestiek gunstig vanwege de gebruikte materialen voor vloer, wanden en plafond. Dagdoses van het geluid overschrijden in de andere lokalen de 80 dB(A) wel afhankelijk van de gegeven lesvorm. Navraag leert dat de aanpak van lawaai geen prioriteit is in de onderwijssector. Uit nader praktijk- en literatuuronderzoek blijken docenten techniek, zwemonderwijzers en gymdocenten, maar ook medewerkers in de kinderopvang risicogroepen.
Politieagent: gehoorverlies in de hoge tonen
Een 55 jarige politieagent heeft ruim 20 jaar dienst gedaan als motoragent. Vooral als agenten zich niet beschermen met otoplastieken is de kans op gehoorschade aanzienlijk door het windgeruis in combinatie met communicatieapparatuur. In het kader van preventief medisch onderzoek is een audiogram bepaald waarop matig/ernstig gehoorverlies is vastgesteld, vooral in de hoge tonen. Er zijn ook twee audiogrammen die eerder in de tijd zijn bepaald. Het gehoorverlies is er al jaren, maar wel wat toegenomen. Op het audiogram 10 jaar geleden is een lawaaidip te onderscheiden aan beide oren. Er zijn geen andere verklaringen voor het gehoorverlies dan de beroepsgebonden blootstelling aan overmatig lawaai. Aangezien de agent al die jaren geen klachten heeft, mocht hij van zijn bedrijfsarts zijn werk als motoragent voortzetten, mits hij zich optimaal beschermde in risicosituaties.
Arbeidsongeschikte geluidstechnicus
Een 45-jarige geluidstechnicus heeft zich vanwege toenemende tinnituslast arbeidsongeschikt gemeld. Hij denkt dat het door het werk is opgetreden en wil graag dat onderzocht hebben. Uit onderzoek blijkt het volgende: een beiderzijdse lichte gehoorschade, gehoorverlies is 30 dB bij 4 kHz, 40 dB verlies bij 6 kHz. Het verlies voldoet niet aan de criteria beroepsslechthorendheid (registratierichtlijn B001, www.beroepsziekten.nl). De heer heeft ook geen klachten van slechthorendheid. Wel heeft hij sinds drie jaar een zeer storende piep in zijn hoofd. De geconsulteerde KNO arts heeft tinnitus vastgesteld met de mededeling dat het niet meer over zou gaan. Dit oorsuizen is opgetreden na een incident tijdens het uitoefenen van zijn functie; een storing die gepaard ging met enorm gekraak en gepiep in zijn koptelefoon. Afgelopen maanden is de heer erg moe na het werk. Er zijn geen andere verklaringen, hoewel hij altijd wel een fervent muziek luisteraar is geweest. De beoordelend bedrijfsarts concludeert dat de tinnituslast is veroorzaakt tijdens het uitoefenen van zijn beroep.
Advies gehoorbescherming voor industrieel reiniger
Een 35 jarige industrieel reiniger heeft de bedrijfsarts om advies gevraagd over gehoorbescherming op het werk. Aanleiding is zijn bezoek aan de KNO-arts in verband met toegenomen klachten van oorsuizen. De KNO arts vermoedt dat het werk de klachten kan verklaren en heeft daarom verwezen naar de bedrijfsarts. De bedrijfsarts weet echter niet aan welke geluidniveaus de heer wordt blootgesteld in het werk. De opgevraagde RI&E levert geen duidelijkheid op. Er staat slechts dat er een risico is op blootstelling aan geluidsniveaus bij gebruik van reinigingsapparatuur, maar wordt niet als prioriteit aangeven. Er worden geen preventief medische onderzoeken georganiseerd. DE bedrijfsarts gaat in gesprek met de preventiemedewerker over de aanpak.
Aanpak geluidsblootstelling
Er zijn drie oorzaken voor het optreden van beroepsslechthorendheid, namelijk onvoldoende toepassing van de Arbowet, onvoldoende gehoorscreening bij werknemers en onvoldoende gebruik van gehoorbescherming door werknemers. De aanpak moet gericht zijn op reductie van de geluidsblootstelling (bronbestrijding, afschermen of organisatorische maatregelen), zie tabel 2.
Werkgevers hebben een wettelijke verplichting om het risico op overmatige blootstelling in kaart te brengen, zowel op afdelingsniveau als per functie of taak. Ook is de werkgever in situaties waar de geluidsnormen worden overschreden audiometrisch onderzoek aan te bieden. De Arbowet stelt als norm blootstelling van meer dan 85 dB(A) of de piekgeluidsdruk hoger dan 140 Pa. Het audiometrisch onderzoek moet gericht zijn op een vroegtijdige diagnose van een eventuele achteruitgang van het gehoor en op behoud van het gehoor. Om beginnende gehoorschade vroegtijdig te kunnen signaleren is periodieke herhaling van het audiometrisch onderzoek nodig. De herhalingsfrequentie wordt bepaald door de hoogte van de blootstelling en de individuele gevoeligheid van de werknemer. Bij een regelmatige dagelijkse blootstelling aan meer dan 87 dB(A) kan de frequentie waarmee audiometrisch onderzoek moet worden uitgevoerd oplopen tot eenmaal per jaar. Werknemers die dagelijks worden blootgesteld aan 80dB(A) of hoger en een piekgeluidsdruk van 112 Pa of hoger dienen tevens doeltreffende voorlichting te krijgen, onder andere over hoe signalen van gehoorbeschadiging zijn op te sporen.
Bronbestrijding
- Geluidreductie
- Vermijden van blootstelling aan lawaai
|
Arbeidsomstandigheden
- Verbeteren van akoestiek
- Afschermen lawaaibronnen
|
Arbeidsorganisatie
- Tijdsduur blootstelling reduceren
- Pieken verspreiden
- Voorlichting en toezicht
|
Persoonlijke bescherming
|
Bescherming werknemer in lawaai
Bouw en muzieksector
Branches die systematisch het lawaaiprobleem aanpakken zijn de bouwnijverheid en de muzieksector. In de bouw is voorlichting geïntegreerd in het beroepsonderwijs, en er zijn ontwikkelingen van lawaaiarme machines in de bouw. Blootstellingsniveaus kunnen zo worden teruggebracht van gemiddeld 90-95 dB(A) naar 85-90 dB(A). Preventief Medisch Onderzoek stimuleert bewustwording bij bouwvakkers. Zij kunnen hun gehoor laten testen bij een arbodienst.
Professionele musici hebben een verhoogd risico op beroepsslechthorendheid en tinnitus. Persoonlijke blootstelling in een symphonieorkest is bijvoorbeeld 88 dB(A). Naast voorlichting op conservatoria zijn preventieve maatregelen zoals repertoirekeuzes en opstelling orkestleden en benutten van transparante schermen. De politie doet momenteel onderzoek bij motoragenten naar het optimum van gehoorbescherming en noodzakelijke communicatie.
KVLO en zwembadbranche
Andere sectoren die laten zien dat ze lawaai op de werkplek serieus nemen zijn het onderwijs (gymlokalen) en de zwembadbranche waar ze letten op akoestiek, maar ook op de persoonlijke blootstelling van toezichthouders en zwemonderwijzers.
Conflict van plichten
Het dragen van gehoorbescherming brengt een conflict van plichten met zich mee. Aan de ene kant willen werkenden graag hun gehoor beschermen, maar aan de andere kant hebben ze hun gehoor nodig voor veiligheid, gewenste communicatie en andere auditieve eisen. De techniek is hier nog niet uit ontwikkeld. Het kiezen van gehoorbescherming tijdens het werk is maatwerk. Factoren die de keuze bepalen zijn de omstandigheden, de eigenschappen van de middelen en de bereidheid van mensen om ze te dragen (prijs, comfort, auditieve eisen). De otoplastiek en oorkap kunnen de meeste demping opleveren. De oorkap tussen de 15-25 dB en otoplastiek afhankelijk van de afstelling door de leverancier. De otoplastiek kan bovendien worden ingesteld om te dempen op verschillende frequenties en als actieve demper: de demping neemt toe bij hogere geluidsintensiteit, vooral van toepassing bij impulslawaai. Hoewel otoplastieken in aanschaf prijzig zijn (meer dan 100 euro), is de dagprijs gering door de lange duur van afschrijving. Er zijn normen voor gehoorbeschermingsmiddelen in specifieke situaties: NEN-EN 548 en NEN-EN 352 1 tot 3. De gehoorhelm is van toepassing in die situaties die door de werkgever zijn aangewezen.
Kappen en otoplastieken kunnen door gebrekkige luchtdoorlating leiden tot steeds terugkerende ontstekingen aan de gehoorgang. Het is te overwegen oorwatten te gebruiken. Dit kan alleen bij niet te hoge geluidniveaus, aangezien deze vorm van bescherming maximaal 3-5 dB dempt.
Wie geen passende gehoorbescherming kan dragen moet in overleg met bedrijfsarts en werkgever over organisatorische maatregelen om de blootstelling aan te veel lawaai te reduceren.
Meer informatie
Staatsblad van het koninkrijk der Nederlanden, Besluit van 25 januari 2006 tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit, houdende regels met betrekking tot de blootstelling van werknemers aan de risico’s van lawaai. Zie www.beroepsziekten.nl
De multidisciplinaire richtlijn Preventie Beroepsslechthorendheid uit 2006 gaat uit van een Risico-Inventarisatie en –Evaluatie (RI&E). Zie www.nvab-online.nl/richtlijnen
Registratierichtlijnen gehoorschade. Zie www.beroepsziekten.nl/registratierichtlijnen B001 en B002.