Proef zelfregulering veiligheid is risicovol
Houdt de bouwsector zelf toezicht op veiligheid, dan kan dat voor gevaarlijke situaties zorgen. Dat blijkt uit een tussentijdse evaluatie van een proef in Den Haag.
De proef startte in 2014 en vormt een pilot voor de Wet kwaliteitsborging die minister Blok van Wonen en Rijksdienst in 2018 wil invoeren. Met de proef mochten bouwbedrijven zélf de veiligheidstoezicht regelen door gespecialiseerde bureaus in te huren- onder toezicht van de gemeente. Maar de onderzoekers van deze pilot waarschuwen voor een grotere kans op incidenten als instortingen, verzakkingen en scheurvormingen en een achteruitgang van de kwaliteit in de bouw. Dit is niet alleen gevaarlijk voor de bewoners van het pand, maar ook voor de bouwvakkers.
Instorten
De gemeente Den Haag keek mee bij de bouw van 437 projecten en moest bij 10% van de projecten ingrijpen. Twee daarvan zijn zelfs stilgelegd wegens instortingsgevaar. Daarnaast ontving de gemeente de technische gegevens van de overige projecten meestal niet of te laat, waarbij het later ook nog eens bleek dat de gegevens niet in lijn lagen met het Bouwbesluit. Volgens het rapport lag het vaak aan ‘een toevallig goede aannemer of adviseur dan aan een goed systeem van kwaliteitsborging’ als een project wél veilig verliep.
Ruimte om te groeien
Minister Blok, die het wetsvoorstel onlangs naar de Tweede Kamer stuurde, erkent net als Bouwend Nederland dat de sector nog niet klaar is om het heft in eigen handen te nemen als het gaat om zelfregulering van veiligheid. Hij benadrukt dan ook dat het hier gaat om een pilot, en pilots zijn bedoeld om dingen te verbeteren. ‘Maar het moet voor gemeenten, private kwaliteitsbureaus, aannemers en architecten wel helder worden wie welke taken en plichten heeft,’ voegt Bouwend Nederland toe.
Bron: Cobouw, NOS, Trouw